Gisteravond bleek dat er mogelijk een nieuwe containerramp heeft plaatsgevonden ten noorden van Schiermonnikoog, in het Duitse deel van de Noordzee. Duidelijke informatie ontbreekt vooralsnog, maar de alarmerende berichten bevestigen dat onmiddellijke actie noodzakelijk is: niemand wil een herhaling van de containerramp met MSC Zoe van januari 2019. De gevolgen – die voort blijven duren, want 800.000 kilo afval ligt nog steeds in zee – hebben indruk gemaakt. Gelukkig staan containerverlies en veilige containervaart inmiddels hoog op de politieke agenda.
Op donderdag 26 november 2020 stuurde de minister van Infrastructuur en Waterstaat een Kabinetsreactie op het OVV-rapport naar aanleiding van de ramp met de MSC Zoe. Uit het OVV-rapport blijkt dat de heftige weersomstandigheden ervoor hebben gezorgd dat het schip te maken kreeg met grote krachten. Die krachten konden ervoor zorgen dat het containerverlies werd veroorzaakt. Om dit in de toekomst te kunnen voorkomen, adviseert de OVV de wereldwijde scheepvaartsector om verschillende eisen te vernieuwen, vooral wat betreft de veiligheid.
De minister schrijft dat ze invulling zal geven aan de aanbevelingen en de Kamer regelmatig, maar minstens jaarlijks, over de voortgang zal informeren. Deze beloftes zijn hoopvol en kunnen, indien zorgvuldig uitgevoerd, het begin zijn van een transitie naar een veiligere containervaart. Enkele aspecten uit de Kabinetsreactie zijn inmiddels ter sprake gekomen tijdens het AO Maritiem in de Tweede Kamer op 3 december 2020. Na afloop van dit AO Maritiem overhandigde Stichting De Noordzee een Noordzeebanket aan Kamerlid Schonis (D66) om hem te bedanken voor zijn inzet voor veilige containervaart.
Risico’s voor het Waddengebied
De minister schrijft dat het Waddengebied het verdient om beschermd te worden. Zij benadrukt daarbij dat de Waddenzee op de Werelderfgoedlijst van UNESCO staat en door de Internationale Maritieme Organisatie (IMO) is aangewezen als Particularly Sensitive Sea Area (PSSA). In Nederland worden door de Kustwacht waarschuwingen gegeven aan grote containerschepen die in oostelijke richting varen. Sinds kort zijn deze waarschuwingen uitgebreid naar kleinere containerschepen van het type panamax en feeder. Sinds eind november geeft Duitsland adviezen aan schepen die in westelijke richting varen nabij het Waddengebied.
Recent onderzoek toonde namelijk aan dat ook de weersomstandigheden effect hebben op deze schepen. Het is daarom belangrijk om de kapiteins voor mogelijk gevaarlijke weersomstandigheden te waarschuwen. Het beeld van de Kustwacht is dat de door hen gegeven adviezen goed worden opgevolgd. In enkele gevallen worden de adviezen echter toch in de wind geslagen door de kapitein. Stichting De Noordzee zou graag willen zien dat de Kustwacht aanvullende bevoegdheden krijgt die het karakter van een advies dwingender maken. Gisteren is in de Tweede Kamer een motie aangenomen voor het instellen van een niet-vrijblijvende verkeersbegeleiding bij stormcondities.
Internationale samenwerking
De minister geeft daarnaast aan dat er geen draagvlak is, ook bij Duitsland en Denemarken, om een initiatief naar IMO te sturen om de zuidelijke vaarroute daadwerkelijk te sluiten of verplichtende maatregelen op te leggen. Dit aspect is ook ter sprake gekomen tijdens het AO Maritiem op 3 december. Stichting De Noordzee roept de minister op om uiterste inspanningen te doen om dit draagvlak te vergroten, omdat een samenwerking met beide landen van cruciaal belang is om de zee in de toekomst te kunnen beschermen tegen nieuwe containerrampen.
Veiligheid en schaalvergroting
De minister vraagt zich af of de veiligheidseisen voor containervaart wel zijn meegegroeid met de schaalvergroting die de afgelopen twintig jaar heeft plaatsgevonden. Er moet volgens de minister worden aangedrongen op een analyse van dit vraagstuk. Ook zegt de minister toe zich in te zetten om de ontwikkeling van maatregelen voor detectie en rapportage van verloren containers op de agenda van IMO te krijgen. Stichting De Noordzee zou hierbij graag zien dat er specifiek aandacht wordt besteed aan verplichte ladinglijsten voor containers die in het geval van een mogelijke nieuwe containerramp direct beschikbaar komen. Deze informatie is van groot belang om een opruimactie zo efficiënt en zo snel mogelijk te kunnen organiseren.
Verder geeft de minister aan de mogelijkheden voor verkeersbegeleiding van containerschepen in bepaalde gebieden op de Noordzee te onderzoeken, onder andere in verband met het drukker wordende scheepvaartverkeer en het toenemende aantal windparken op zee, wat effecten heeft op de scheepvaartveiligheid.
Sjorren van containers
Tot slot brengt de minister het ILT-rapport in bij de IMO. Uit dit rapport bleek dat in twee derde van de gevallen niet alle actuele veiligheidseisen rond het vastzetten van containers worden nageleefd. Daarbij komt een nadrukkelijk verzoek aan autoriteiten overal ter wereld om hier strenger op te controleren. In Nederland zal er, naast de reguliere controles van ILT, in 2021 ook een gerichte inspectie op het gewicht van containers plaatsvinden. Stichting De Noordzee is verheugd om te zien dat de schokkende onderzoeksresultaten uit het ILT-rapport worden opgepakt en hoopt daarnaast dat de algemeen geldende veiligheidseisen snel worden herzien en er beter wordt gecontroleerd op de naleving daarvan.