Al deze menselijke activiteiten zorgen, in samenspel met natuurlijke factoren zoals klimaatverandering, voor grote druk op de Noordzeenatuur en een verstoring van het ecosysteem, met zorgwekkende gevolgen. Uit onderzoek blijkt dat in de Noordzee het aantal grote vissen terugloopt, dat vogelpopulaties afnemen en dat er grote veranderingen zijn in de samenstelling en hoeveelheid van plankton. Voor het bereiken van een gezonde Noordzee moeten we de ecologie centraal zetten bij het beheren van menselijke activiteiten en gericht te werk gaan om herstel te realiseren. Bij ons visserijbeheer liggen mooie kansen om hierin stappen te maken en het is tijd om die kansen te benutten.
Beheer van prooivissen
Een invalshoek waar veel te behalen is, is het beheer van zogenaamde ‘prooivissen’, die essentieel zijn voor een gezond ecosysteem. Prooivissen zijn kleinere vissoorten zoals haring, sprot, zandspiering en kever, die voornamelijk in grote scholen leven. Doordat deze soorten worden gegeten door grotere vissen, vogels en zeezoogdieren, en tegelijkertijd de overmaat aan plankton onder controle houden, spelen ze een sleutelrol in het voedselweb. Kwetsbare en bedreigde soorten, zoals Noordzeekabeljauw, drieteenmeeuwen en bruinvissen zijn in hun voortbestaan afhankelijk van prooivissen.
Door de essentiële ecologische rol die prooivissen spelen in de Noordzee, is met een vooruitstrevende aanpak van hun beheer winst te behalen voor de natuur. Het concept van ecosysteemgericht visserijbeheer van soorten houdt in dat naast de status van het bestand zelf, de belangen van het ecosysteem ter harte worden genomen, en dat er voorzorgsmaatregelen worden getroffen voor het functioneren van ecosystemen. Hierdoor worden kritieke leefgebieden en de biodiversiteit beschermd en hersteld, en meer weerbaar gemaakt tegen schadelijke invloeden zoals industrialisering en klimaatverandering.
Op dit moment is visserijbeheer van de meeste soorten nog grotendeels gericht op het beheren van de individuele soorten. Ecosysteemgericht visserijbeheer is een meer integrale vorm van soortenbeheer, waarbij het bredere ecosysteem wordt beschouwd. Ecosystemen hangen immers onderling samen en soorten zijn afhankelijk van elkaar. Een integrale en ecosysteemgerichte aanpak is dus een duurzame aanpak.
Voor de overgang naar ecosysteemgericht visserijbeheer, moet de onderliggende wetenschappelijke basis worden versterkt. Dit betekent dat er meer onderzoek moet komen naar onderlinge dynamieken binnen ecosystemen. Het opdoen van dergelijke wetenschappelijke kennis is een flinke uitdaging, maar daarmee geen onoverkoombaar obstakel. Experts zijn het eens dat beleidsmakers ook nu al weldegelijk stappen kunnen maken. Verduurzaming is namelijk geen alles-of-niets proces. Verbeteringen kunnen evengoed stapsgewijs plaatsvinden. Zo kunnen bijvoorbeeld paai- en kweekgebieden beter worden beschermd, bijvangsten transparanter of krachtiger worden beheer, en kan er rekening worden gehouden met de interactie tussen roof- en prooidieren bij het vaststellen van vangstquota.
Bemoedigende voorbeelden
In de Noordzee bestaan er al bemoedigende voorbeelden van ecosysteemgericht beheer van prooivissen, al zitten deze nog in een vroeg stadium. Zo bevat de wetenschappelijke onderbouwing van het beheer van de Noordzeeharing een ver ontwikkelde berekening voor de voedselbehoefte van predatoren, waardoor een deel van de vangst voor hen in zee moet worden gelaten. En het beheer van zandspieringen is gebaseerd op ecologisch-verantwoorde modellen. Bovendien bestaan er voorbeelden van visserijbeperkingen in de Noordzee om paaigebieden en soorteninteracties te beschermen. Oftewel: stappen richting ecosysteemgericht visserijbeheer in de Noordzee zijn mogelijk en de voorbeelden stemmen hoopvol. Nu is het moment om door te pakken.
Het beheer van prooivissen in de Noordzee is een internationale zaak tussen de Europese Unie, het Verenigd Koninkrijk en Noorwegen. Elk van deze landen hebben onder verschillende internationale, regionale en nationale verdragen de verplichting om ecosysteemgericht visserijbeheer toe te passen voor hun visbestanden. Zo vraagt de Europese Commissie in haar Biodiversiteitsstrategie bijvoorbeeld om meer integrale en langdurige plannen om de natuur te beschermen en de aantasting van ecosystemen terug te draaien.
Dringend actie nodig
Er moet dringend actie worden ondernomen om het visserijbeheer in balans te brengen met de natuurdoelen. Het recente voorstel van de Wet Natuurherstel was een eerste baanbrekende stap die hiervoor een wettelijk bindend kader kan bieden. Hierdoor hebben de betrokken Noordzeelanden de mogelijkheid om verder te gaan dan individueel soortenbeheer per soort en stappen te zetten naar een vorm van beheer die bijdraagt aan bescherming van de biodiversiteit en het verhogen van de veerkracht van het Noordzee-ecosysteem.
Voor een gezonde Noordzee is een goed functionerend ecosysteem essentieel. Daarom moeten visserijbeheerders, zowel in Nederland als internationaal, de natuur vooropstellen en beginnen met het implementeren van een ambitieus en ecosysteemgericht beheer, te beginnen met de meest invloedrijke soorten in de Noordzee.