Bescherming EU mariene natuur – te weinig en te laat - Stichting De Noordzee

Nederland eindigt in achterhoede bij voldoen aan verplichtingen Natura 2000
Op 24 en 25 maart worden de in Europa aangemelde beschermde gebieden op zee onder de loep genomen door de Europese Commissie. Het gaat om de Habitatrichtlijngebieden, die tijdens een biogeografisch seminar getoetst worden aan de Europese Natura 2000 regelgeving. Ondanks dat de meeste lidstaten gebieden hebben aangemeld, zijn de voorstellen verre van voldoende om de Noordzee goed te beschermen. Dit is de conclusie van het onderzoek dat het Wereld Natuur Fonds, in samenwerking met Stichting De Noordzee en Natuurpunt (BirdLife) uitvoerde. Om de Europese Commissie een handje te helpen, hebben de natuurorganisaties zélf bekeken welke gebieden voor bescherming in aanmerking komen. Een schaduwkaart laat een voorzet zien van hoe een goed samenhangend netwerk van gebieden, de spil van Natura 2000, er op zee uit kan zien.

Tijdens de biogeografische seminars van deze week in Galway, Ierland, gaat het om de gebieden die eind 2008 volgens de habitatrichtlijn als beschermd gebied zijn aangemeld. De Habitatrichtlijngebieden vormen samen met de Vogelrichtlijngebieden Natura 2000. Volgens de Habitatrichtlijnen moeten de lidstaten bijzondere gebieden en/of diersoorten die daar leven beschermen. Denk voor de zee aan bijzondere zandbanken als de Doggersbank, of aan grindbanken als de Klaverbank en de Hinderbanken, maar ook aan bruinvissen en bijzondere schelpdieren als de Noordkromp. Verder hebben de lidstaten zich internationaal verplicht om uiterlijk in 2010 een goed beheerd ecologisch samenhangend netwerk van beschermde gebieden in het leven te hebben geroepen.
De rol van de Europese Commissie is te toetsen of de verschillende lidstaten rondom de Noordzee met hun aanmelding van Habitatrichtlijngebieden wel hebben voldaan aan de Europese verplichtingen. Er wordt gekeken naar de soorten en habitats die beschermd moeten worden, naar de begrenzingen van de gebieden en naar de volledigheid van de aanmeldingen.
Onvoldoende
Zelfs in 2009 zijn de aanmelding van de meeste lidstaten rond de Noordzee verre van voldoende om tot het coherente netwerk van beschermde gebieden te komen waartoe Natura 2000 verplicht, zo blijkt uit het onderzoek van het Wereld Natuur Fonds.. Rond de 20% van het EU-landoppervlak is onderdeel van Natura 2000. Maar van de zee geniet minder dan 1% deze bescherming, terwijl de biologische diversiteit daar even groot en belangrijk is.
Uit de schaduwkaarten, die deze week met de uitkomsten van het onderzoek gepresenteerd zullen worden, blijkt dat de lidstaten te weinig gebieden hebben aangemeld. Bovendien zijn de wel aangemelde gebieden vaak niet goed op elkaar afgestemd. De gebieden kunnen hierdoor niet voor een voldoende samenhangend netwerk zorgen. Portugal, Spanje en Frankrijk krijgen de meeste kritiek van de natuurorganisaties. Maar ook Nederland, Denemarken en het Verenigd Koninkrijk schieten tekort bij het voldoen aan hun verplichtingen.
Nederland
Ook de vier gebieden die Nederland heeft aangemeld worden deze week getoetst. Het gaat om de Vlakte van de Raan, Noordzeekustzone tussen Bergen en Petten, de Klaverbank en de Doggersbank. Volgens het onderzoek van het Wereld Natuur Fonds, waarvoor Stichting De Noordzee de input voor de Nederlandse situatie leverde, eindigt Nederland qua inzet in de achterhoede. Een groot gebrek in de aanmelding door Nederland blijft het feit dat het stuk Noordzeekust tussen Hoek van Holland en Bergen niet voor bescherming is aangemeld. Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat dit gebied ecologisch even waardevol is als het wel bij de Europese Commissie aangemelde deel van de Noordzeekustzone.
Netwerk van gebieden
Rondom de beschermde gebieden moet een vorm van ‘bufferzone’ komen, die ook bepaalde bescherming geniet. Dit gebied is dan een overgang naar intensiever gebruikte gebieden op zee. Hoe zo’n netwerk en de verdere zonering van gebruik het beste vormgegeven kan worden moet in wetenschappelijk onderzoek nog verder worden uitgewerkt. Het is aan de overheid om hier budget voor vrij te maken. Heel belangrijk hierbij is de vraag hoe het netwerk van beschermde gebieden en de andere functies van de Noordzee ruimtelijk worden ingepast.