In 2003 werd voor het eerst sinds 1775 een bultrug gevonden in de Noordzee. Ze zijn eigenlijk dus behoorlijk nieuw hier en sindsdien zijn ze de Noordzee steeds verder aan het ontdekken. Ze komen voor in alle oceanen en maken vaak lange reizen tussen de poolgebieden en de evenaar. Een positieve ontwikkeling is dat de wereldwijde populatie van bultruggen zich goed aan het herstellen is na een lange periode van walvisjacht.
Onderdeel van een bijzondere kringloop
Dat is maar goed ook, want walvissen vervullen een belangrijke functie in een bijzondere kringloop, die ze samen met andere zeedieren vormen. Dit soort kringlopen zijn essentieel om ecosystemen goed te laten functioneren. Hoe ze dat doen, zie je in de illustratie hieronder.
Zoals bijna alle dieren, moet de walvis poepen. En behoorlijk veel ook, zoals je ziet bij de bultrug bij stap 1. Deze walvismest zit vol met voedingsstoffen voor fytoplankton. Dit zijn microalgen die niet alleen erg belangrijk zijn voor de voedselketen in zee, maar ook effect hebben op klimaatverandering en het leven op land. Ze vangen namelijk CO2 uit de lucht op en produceren zuurstof (>50% van de totale hoeveelheid zuurstof op aarde).
Door de mest van de walvis, wat vaak blijft drijven, kan het fytoplankton groeien (stap 2). En dit wordt vervolgens gegeten door kleine, in het water zwevende diertjes, zoals de garnaalachtige krill (stap 3). Dit soort diertjes, die met de stroming meegaan, worden zoöplankton genoemd.
Kleine en trage beestjes in zee: dat is natuurlijk weer een mooi hapje voor de grotere vissen. In de illustratie zie je bij stap 4 dat een haring de krill najaagt. Maar: er is altijd een nóg grotere (wal)vis. Zo komt de kringloop weer terug bij de bultrug die met zijn grote bek de haring (en krill zelf) weer weet op te scheppen (stap 5) en vervolgens weer uitpoept voor de fytoplankton.
De walvispomp
Dit klinkt als een normale voedselkringloop, wat maakt het dan nu bijzonder? Dat heeft te maken met het fenomeen ‘walvispomp’. Dat zit zo. Als walvissen, zoals de bultrug, op zoek gaan naar voedsel om te eten, dan doen ze dit dieper in zee waar de vissen rondzwemmen. Maar ademen doen walvissen aan de oppervlakte van de zee. Dus na het eten zwemmen ze snel naar boven om een luchtje te scheppen, en daar poepen ze ook.
Dat is de perfecte plek voor het fytoplankton om zich ermee te voeden, omdat dat ook nabij de oppervlakte leeft waar nog genoeg zonlicht is. Als een soort pomp brengt de walvis dus de voedingsstoffen naar boven, waar het via de fytoplankton weer dieper bij de krill en de haring terecht komt, en de walvis het weer naar boven pompt.
Zonder de walvis zou deze kringloop dus niet bestaan. Dus als je het geluk hebt om eens een walvis zoals de bultrug te spotten, bedenk dan ook hoe belangrijk dit dier is voor de natuur in zee!
Dit verhaal wordt mogelijk gemaakt met steun van het Prins Bernhard Cultuurfonds. Illustratie door Niels Kerstes.