In een recent rapport van The Pew Charitable Trusts blikt deze ngo terug op wat er is terechtgekomen van de ambitieuze doelen die in het beleid zijn gesteld. Tijdens onze rondetafel kwamen experts van Oceana, The Pew Charitable Trusts, de Nederlandse Elasmobranchen Vereniging, WNF Duitsland, Sportvisserij Nederland, de Pelagic Freezer Trawler Association, het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en de Europese Commissie virtueel bijeen om te bespreken hoe de voortgang eruitziet vanuit verschillende oogpunten en wat bestaande struikelblokken zijn. Maar vooral, hoe kunnen we vooruit naar nog duurzamer visserijbeheer in de Noordzee?
Het Europees Gemeenschappelijk Visserijbeleid in 2021
Het huidige Gemeenschappelijk Visserijbeleid werd in 2013 door de lidstaten van Europa beklonken na een uitgebreid proces van hervorming. Het hervormde beleid bevat duidelijke doelstellingen voor het instellen van duurzame vangstlimieten, het behouden van gezonde ecosystemen en het veiligstellen van stabiele, winstgevende visserijen. De data laten zien dat er grote verbeteringen hebben plaatsgevonden voor visbestanden. Waar vijftien jaar geleden nog overbevissing plaatsvond op bijna 80 procent van de Europese visbestanden, is dat ondertussen gedaald naar minder dan 50 procent.
Desalniettemin maken visserijministers nog steeds keuzes die voorbijgaan aan de doelen van het GVB. Het toestaan van overbevissing is hier één van. Vanuit Europa wordt het visserijbeleid in deze tijd behandeld binnen de kaders van klimaatwetgeving, biodiversiteitsdoelen en voedselbeleid. Onder de huidige Commissie vallen de doelen van het visserijbeleid dan ook onder de algemene doelstelling van de Europese Green Deal, en vallen natuur-, milieu- en visserijbeleid onder dezelfde Commissaris. Onder zijn gezag worden ecologische, sociale en economische belangen gelijk behandeld. De MSY-benadering van visserijbeheer is hiervan een voorbeeld, omdat de bedoeling is een maximale opbrengst te halen tegen een biologische impact die duurzaam is op de lange termijn.
De toekomst van het visserijbeleid
Nu de impact van klimaatverandering op de Noordzee steeds duidelijker wordt, is het belangrijk dat daar bij toekomstig visserijbeleid en -beheer voldoende rekening mee wordt gehouden. Visbestanden en ecosystemen moeten weerbaar zijn, zowel voor economische stabiliteit, als om te kunnen omgaan met verlies van natuurwaarden en biodiversiteit. Zo kun je duurzaamheid van voedsel zien als een integrale voorwaarde om bredere duurzaamheidsdoelstellingen te behalen.
Het is te verwachten dat de huidige vorm van soortenbeheer zal verschuiven naar beheer op basis van de ecosysteembenadering, waarbij effecten op het hele ecosysteem meespelen. En er is vereniging nodig tussen verschillende beleidsdossiers om ervoor te zorgen dat zij elkaar versterken. Zo kunnen de doelen uit de nieuwe biodiversiteitsstrategie van de EU bijdragen aan de ecologische doelen van het GVB. De commerciële visserijsector staat veelal nog huiverig tegenover de link tussen natuur en visserij, omdat het voor hen vooral beperkend lijkt te werken. Er ligt een opgave voor beheerders om de voordelen voor de visserijsector op de lange termijn zichtbaar te maken.
In Nederland, maar ook breder in Europa, is het moraal in de visserij laag door tegenslagen op het gebied van pulsvisserij, onzekerheid door Brexit en concurrentie om ruimte met natuurgebieden en windenergie op zee. Het zetten van een duidelijke stip op de horizon, zou wellicht leiden tot een grotere bereidbaarheid tot innovatie en verduurzaming.
Visserijbeleid in Nederland
In Nederland liggen de grootste uitdagingen bij het duurzaam beheren van visbestanden die gedeeld worden met landen buiten de EU (zoals Noorwegen en nu het VK) en het complexe beheer van de gemengde bodemvisserij. Volgens het GVB dienen lidstaten te zorgen voor stimulansen voor vissersvaartuigen die zijn uitgerust met selectief vistuig of die gebruik maken van minder milieubelastende visserijtechnieken, zoals een lager energieverbruik of minder schade aan de habitatten. Kleinschalige visserij en sportvisserij zouden hiervoor een goede kandidaat zijn. In Nederland wordt deze regel echter nog amper uitgevoerd.
De realiteit van de aanlandplicht
Maar vooral het uitvoeren van de aanlandplicht, die alle vissers sinds 2019 verbiedt om ongewenste bijvangst terug te gooien in zee, blijft een uitdaging. Het originele doel was om een gedragsverandering teweeg te brengen die bijvangst zou verminderen. Om de regel werkbaar te maken besloten overheden echter om uitzonderingen te maken. De visserij geeft aan dat dit nodig is, omdat de huidige vorm van de aanlandplicht moeilijk uitvoerbaar is in de praktijk. Uitvoeringsevaluaties laten zien dat de aanlandplicht nagenoeg niet wordt nageleefd.
Natuurorganisaties pleiten dan ook voor verscherpt toezicht op de regel. De visserij zou de wet graag veranderd zien, in plaats van toezicht (bijvoorbeeld in de vorm van camera’s) als oplossing. De Nederlandse overheid heeft sympathie voor de bezwaren op de werkbaarheid van de aanlandplicht en wil zich inzetten voor pragmatische aanpassingen. Vanuit de Commissie is het standpunt hierover echter duidelijk: “De aanlandplicht is een wettelijke realiteit en het is aan lidstaten om te zorgen dat deze goed wordt uitgevoerd.” De aanlandplicht had moeten leiden tot een verbetering van selectiviteit in de visserij, maar analyse kan nog niet uitwijzen hoe effectief de regel is om dit doel te bereiken. En daarnaast zijn de zorgen van de sector nog niet weggenomen. Totdat dit gebeurt zal implementatie niet optimaal zijn.
Breed gedragen beleid is cruciaal
Voor een goede implementatie van beleid is het belangrijk dat het breed wordt gesteund, want anders zullen effectieve uitvoering en naleving achterblijven. Transparantie is hierbij een sleutelwoord. Door de wensen en behoeftes vanuit de maatschappij mee te nemen in het beleidsproces van vorming tot implementatie zal de kwaliteit toenemen. Eind 2022 wordt het GVB geëvalueerd door de Europese Commissie. Maar het is niet hun intentie om deze ook weer te hervormen. Juist stabiliteit en handhaving van de regels zullen de komende tijd een prioriteit zijn. Het Gemeenschappelijk Visserijbeleid is in 2013 op democratische wijze met steun van alle lidstaten aangenomen. Nu is het aan dezelfde lidstaten om zich te blijven inzetten voor de doelen die zij zichzelf hebben gesteld. Wanneer zij hierbij het hele ecosysteem in overweging nemen zal de veerkracht van zowel de natuur als van de sector worden versterkt.