In de afgelopen jaren is er veel veranderd in de scheepvaartsector. Er varen wereldwijd meer schepen over onze zeeën; 50.000 zeeschepen in totaal (ICS, 2016). Dit zijn voornamelijk containerschepen, bulk carriers, tankers, cruiseschepen, ferry’s en werk-onderzoeksschepen. Sinds de jaren zeventig is de handel via zee gemiddeld vier procent per jaar gestegen (EPA, 2015). Deze handel speelt voor de Nederlandse economie een zeer belangrijke rol. In 2013 bood de maritieme cluster in Nederland werkgelegenheid aan circa 224.000 mensen en realiseerde een totale toegevoegde waarde van € 21 miljard, 3,3% van het BNP van Nederland (NMS, 2015). Samen met deze ontwikkelingen zijn de nationale en internationale wet- en regelgeving voor de maritieme sector toegenomen. Wel blijft handhaving op onze zeeën een uitdaging en vanwege het internationale karakter van de scheepvaart kost ratificering van internationale verdragen soms jaren. Recent is de Ballast Water Management Convention geratificeerd, 13 jaar (!) nadat het was aangenomen door de International Maritime Organization (IMO). Kostbare jaren voor het maritieme milieu.
Sector is in beweging, verduurzaming gaat langzaam
De scheepvaart sector is in beweging richting verduurzaming maar het gaat langzaam. Tegelijkertijd groeit de publieke aandacht voor dit onderwerp op nationaal-en internationaal niveau. Volgens een studie van de IMO uit 2014 is de internationale scheepvaartsector verantwoordelijk voor de uitstoot van 1.000 miljoen ton CO2 per jaar, dit is 2,6% van de totale uitstoot wereldwijd. De Europese Commissie verwacht dat deze emissies de komende jaren zullen toenemen met een stijging van 50% tot 250% in 2050 (EU, 2016). Een stijging die de planeet zich niet kan veroorloven. Tijdens de COP21 in Parijs in 2015 zijn luchtvaart-en zeetransport buiten schot gebleven, dit betekende geen harde CO2 reductie targets voor de scheepvaart. Een gemiste kans. Daarnaast zijn er nog andere milieu issues die aandacht vereisen waaronder fijnstof emissies door het gebruik van zware bunkerolie, grijs-zwart water emissies, afvalmanagement en operationele verliezen van oliën en chemicaliën op zee.
Een zee aan initiatieven, mogelijkheid om te onderscheiden
Uit vele onderzoeken blijkt dat duurzaamheidslabels- en incentive programma’s de marktvraag naar verduurzaming van een sector kan aandrijven. Uit een rapport van Clean Baltic Sea Shipping (2013) blijkt dat er 50 verschillende initiatieven rondom de Baltische Zee bestaan die zijn ontwikkeld om 1) milieuperformance van schepen te kunnen beoordelen en havengeld differentiatie toe te passen; 2) financiële steun voor rederijen om te kunnen investeren in duurzame technologieën aan boord; en 3) milieuperformance van schepen te kunnen beoordelen door middel van eco-labeling. Voor het Noordzeegebied bestaan er ook tientallen actieve initiatieven zoals The Clean Shipping Index, Green Award en Environmental Ship index. Deze initiatieven maken het mogelijk voor reders en zeeverladers om zich te onderscheiden op het gebied van duurzaamheid. Milieuprestaties kunnen gemeten worden en milieu impact wordt inzichtelijk gemaakt. Reders en zeeverladers met goede milieuprestaties kunnen worden beloond, door korting op havengelden en/of vaarbelasting of een betere uitgangspositie bij gunning van contracten. Er bestaat dus een zee aan initiatieven voor verduurzaming van de scheepvaart, de wil van de sector lijkt er te zijn. Maar de grote vraag is: heeft het al milieu- winst opgeleverd?
Dit is een van de vragen die aan bod zal komen tijdens het seminar “Financiële Incentives voor Schone Scheepvaart” van het Platform Schone Scheepvaart en zal beantwoord worden in het volgende blog. Wordt vervolgd dus.
– Door: Marijke Boonstra –