Ecologische kansen en risico’s van energietransitie - Stichting De Noordzee

Op 6 en 7 oktober 2016 kwamen zo’n 150 mensen die zich vanuit beleid, wetenschap of het bedrijfsleven bezighouden met de Noordzee in Scheveningen bij elkaar op de Noordzeedagen. Dit jaarlijks terugkerende evenement is hét moment voor Noordzee professionals om te netwerken en kennis te nemen van nieuwe projecten en ontwikkelingen die het beleid op zee bepalen. Stichting De Noordzee (SDN) organiseerde dit jaar een plenaire sessie over de ecologische kansen en risico’s van de energietransitie.

Aangejaagd door de afspraken uit het Energieakkoord is op zee, net als op land, een grote transitie gaande. De komende jaren zullen in drie gebieden voor de Zeeuwse, Zuid-Hollandse en Noord-Hollandse kust grote windmolenparken worden gebouwd. Deze windparken zijn hard nodig om te voldoen aan de doelstelling van het Energieakkoord om in 2023 16% van alle geproduceerde energie duurzaam op te wekken. 

Voor Stichting De Noordzee staat de noodzaak van wind op zee als een paal boven water. Klimaatverandering is een ernstig wereldwijd probleem dat ook gevolgen heeft voor de Noordzee. Zo stijgen de temperatuur en zuurtegraad van het zeewater, wat invloed heeft op het leven in zee. Het verduurzamen van de energievoorziening om de uitstoot van CO2 te verminderen vormt een belangrijk deel van de oplossing. De Noordzee kan en moet een belangrijke bijdrage leveren door ruimte te bieden voor windparken.

Naast negatieve effecten ook een zee aan kansen

De bouw van windparken op zee kan positieve en negatieve effecten hebben voor soorten die in en op de Noordzee leven. Zo wordt er bij het heien van de funderingen veel onderwatergeluid geproduceerd, wat schadelijk kan zijn voor zeezoogdieren. Daarnaast bestaat het risico dat vogels en vleermuizen in aanvaring komen met draaiende turbines. Om deze effecten te beperken gelden voor de parken die de komende jaren zullen worden gebouwd strenge voorschriften. Zo geldt er een geluidsplafond bij de bouw en mogen alleen grotere turbines worden geplaatst. Deze draaien langzamer en staan verder uit elkaar, waardoor vogels er makkelijker langs kunnen vliegen. Mocht er onverwacht massale vogeltrek plaatsvinden, dan is de exploitant van het windpark verplicht de turbines tijdelijk stil te zetten. Naarmate er meer windparken op zee worden gebouwd zal het een steeds grotere uitdaging worden om de gecombineerde effecten van al deze parken te beperken.

De aanleg van windparken op zee biedt tegelijkertijd ook kansen. Binnen windparken mag niet met bodemberoerende vistuigen worden gevist, waardoor het bodemleven zich kan ontwikkelen. Bovendien worden met de turbinefunderingen en daaromheen liggende steenbestortingen harde structuren geïntroduceerd die als habitat kunnen dienen voor veel verschillende soorten. Het is bekend dat zich op harde structuren in de Noordzee, zoals wrakken en gasplatforms, meer biodiversiteit bevindt dan op zanderige bodems en dat op harde structuren ook soorten worden gevonden die überhaupt niet voorkomen op omliggende zandbodems. Deze harde structuren kunnen deels dezelfde rol vervullen als de steenvoorkomens en oesterbanken die voor de industrialisatie grote delen van de Noordzeebodem bedekten, maar inmiddels nagenoeg zijn verdwenen.

Natuurversterkende maatregelen

Om het proces van natuurontwikkeling in offshore windmolenparken te versnellen en te versterken, pleit Stichting De Noordzee ervoor om actief natuurversterkende maatregelen te nemen binnen de windparken. Door kunstriffen te installeren of platte oesterbanken aan te leggen kunnen windparken als hefboom worden gebruikt om niet alleen de energievoorziening, maar ook de Noordzee te verduurzamen. Deze maatregelen kunnen tegen zeer geringe kosten worden uitgevoerd en van grote meerwaarde zijn. Op termijn zou het wenselijk zijn om al tijdens het ontwerp van het windpark rekening te houden met de natuurfunctie die deze kan vervullen en kwaliteitseisen ten aanzien van het ontwerp mee te laten wegen bij de tenderprocedures.