10:00 am
Het is vroeg. Veel te vroeg, zou je kunnen stellen als je mij was en niet van vroeg houdt. Ik ga vandaag het strand opruimen tussen Scheveningen en Wassenaar, in het kader van de Boskalis Beach Cleanup Tour van Stichting De Noordzee. Er heeft zich een grote groep mensen verzameld op het Noorderstrand: medewerkers van het Wereld Natuur Fonds, de dartele Noordzeehelden van What Is Happening Here, de teamleden van Stichting De Noordzee, tientallen wereldverbeteraars en een handjevol mensen dat toevallig langsliep, maar wel geïnteresseerd afwacht wat er gaat gebeuren. Wellicht hopen ze op gratis drankjes.
10:30 am
Voor we vertrekken, vertelt oceaanexpert Emilie Reuchlin-Hugenholtz van het Wereld Natuur Fonds ons over haar duikervaringen in de Noordzee, maar ik word afgeleid door een koddige zeemeeuw met een zak chips in zijn snavel. Hij stapt parmantig op en neer over het strand, alsof hij heel wat is. Andere zeemeeuwen proberen hem zijn buit afhandig te maken, maar het lukt ze niet. Jonathan Livingston Zeemeeuw, doop ik hem. Grootchipsbezitter en mikpunt van afgunst voor andere zeemeeuwen. Ik schrik op uit mijn overpeinzingen als iemand een vuilniszak en een prikker in mijn handen duwt en het startsein voor de etappe van vandaag wordt gegeven.
11:00 am
Zoals jij bezig bent is het goed, vertel ik mezelf, als ik het zoveelste plastic dopje van het strand naar mijn vuilniszak overhevel. Ik moet denken aan een actieposter uit de jaren ’70 met de slogan: Welke hufter vervuilde de slufter? Ik vond dat toen erg grappig. Nu nog steeds, eigenlijk. Ik vraag me af of ze hem destijds te pakken hebben gekregen, of dat hij nog altijd de slufters vervuilt. Ik knijp mijn ogen tot spleetjes en spied om me heen. Iedereen is een verdachte.
11:30 am
We hebben Scheveningen achter ons gelaten en ik heb nog helemaal niemand gesproken. Ik begin inmiddels een beetje wakker te worden en misschien is het een goed idee om een praatje aan te knopen met één van mijn lotgenoten. Een paar meter bij mij vandaan loopt een vrouw die al een redelijk goedgevulde vuilniszak heeft.
“Laat je ook nog wat voor de anderen over?” bijt ik haar toe. “Sorry, zo bedoelde ik het niet,” zeg ik er snel achteraan. Ik ben blijkbaar toch nog niet helemaal over het vroege opstaan heen.
De vrouw glimlacht vriendelijk naar me. “Ja, gaat lekker! Met jou ook?”
Ik praatte blijkbaar weer eens te zacht. Ik steek mijn duim op en vervolg zwijgend mijn weg.
12:00 pm
Ik loop naast iemand die volgens mij Erik heet. Ik weet het niet zeker. Hij zei het wel, maar wegens desinteresse in de mensheid ben ik het vergeten. Het blijkt een aardige gast, dus ik voel me nu een beetje lullig. We hebben het over games, nieuwe technologische ontwikkelingen, de mensheid en het universum. Ondertussen stoppen we het puin van diezelfde mensheid (en bij proxy het universum) in onze vuilniszakken. Gezellig, denk ik. Dan vertelt Erik dat hij net in de duinen een stuk plastic vond dat een stuk lijk had kunnen zijn. En dat het daar de perfecte plek is om dode mensen te verstoppen, mocht je er toevallig met één omhoog zitten. En dat hij zo’n hekel heeft aan mensen die peuken op het strand gooien, dat hij zin heeft om ze te vermoorden als hij ze ziet en ze dan dáár zou verstoppen. Ik veins een plotselinge haast en ga snel naast iemand anders lopen.
13:00 pm
We hebben geluncht en zijn weer op pad. Ik begin er lol in te krijgen. We zijn op het naaktstrand en de naakte strandbezoekers vinden onze vuilniscolonne een hele bezienswaardigheid.
“Het is een taakstraf,” vertel ik de geïnteresseerden die willen weten wat we aan het doen zijn. “We konden kiezen uit gevangenisstraf of dit. Nou, dan is de keuze snel gemaakt. Er waren er ook die kozen voor de gevangenis, maar die waren volgens mij gewoon te lui om hun handen uit de mouwen te steken. Nee hoor, just making conversation. We doen dit vrijwillig, om de Nederlandse stranden afvalvrij te maken. Wist je dat al dit afval in zee terecht was gekomen als wij hier vandaag niet hadden opgeruimd? En dat vissen, zeehonden, dolfijnen, maar ook de Lineus longissimus er dood aan hadden kunnen gaan?”
Bewondering is mijn deel. “Goed hoor!” zeggen de naakte mensen. “Goed dat jullie dit doen! Waar kan ik mij inschrijven?”
Ik wapper met mijn hand naar de verte. “Daaro. Derde duin links en dan doorlopen tot je niet meer verder kunt.” Voor je het weet zijn ze allemaal het strand aan het opruimen en is er voor ons niets meer te doen.
14:00 pm
Een zenachtige rust is over mij neergedaald. De frisse zeelucht doet me goed. “Heb jij je wel ingesmeerd?” vraagt Marchien, de campagneleider van de Beach Cleanup Tour. “Je hebt een behoorlijk rooie kop.”
“Nee,” zeg ik. “De chemische stoffen in zonnebrandcrèmes hebben een toxisch effect op mensen, waterwegen en al het leven in het water. Mijn advies is daarom geen sunscreens meer te gebruiken, maar een dieet rijk aan antioxidanten te volgen.” Ik citeer een internetpagina die ik las, dus ik zal wel gelijk hebben.
15:00 pm
Ik ben gruwelijk verbrand; blijkbaar niet genoeg antioxidanten gegeten. Ik leen wat zonnebrandcrème van Marchien, maar dat zal niet veel meer uithalen. Het doet pijn als ik lach.
16:00 pm
We beginnen moe te worden. De dartele Noordzeehelden zijn niet meer zo dartel en de rest van de groep begint het ook langzaam voor gezien te houden.
“Is het nog ver?” vraagt iemand. Het is een van de mensen die toevallig aan kwamen waaien vanochtend. Nu er geen gratis drankjes blijken te zijn, begint ze te zeuren. Er is echter geen weg meer terug. We bevinden ons in een natuurgebied en het strand is verlaten. De laatste afhaakmogelijkheid was al uren geleden en nu moeten we doorlopen tot we weer in de bewoonde wereld zijn.
“We krijgen straks lekkere koude witte wijn bij de finish,” vertel ik haar, want ik schat haar in als een wittewijnmens. Daar lijkt ze van op te knappen. “Oh, dat is top!” zegt ze. “Kijk, dan weet je tenminste waar je het voor doet.”
16:30 pm
Wassenaar. We hebben het gehaald en ik bestel een heel groot & koud biertje bij strandtent de Zeester. Elf kilometer strand is klaar om weer vervuild te worden, maar dat doet geen afbreuk aan ons gevoel van overwinning. Ik schat dat we zo’n twintigduizend kilo afval hebben opgehaald vandaag. Een nieuw record! Later hoor ik dat het vierhonderd kilo is, maar ook dat is nog behoorlijk veel. Ik krijg het nog even aan de stok met de mevrouw die op gratis witte wijn had gerekend bij de finish, maar ik kan haar afschudden als we in de bus stappen die ons terugbrengt naar het startpunt in Scheveningen.
17:00 pm
Het was me het dagje wel. Ik heb pijn in mijn voeten en voorzie spierpijn voor morgen. We hebben de sluftervervuilende hufter weliswaar niet gevonden, maar we hebben wél zijn snode plannen doorkruist. Ook al ligt er binnen een paar weken weer net zoveel troep, de mensen die ons bezig zagen, zijn zich misschien iets bewuster geworden van onze gezamenlijke verantwoordelijkheid voor een schone, gezonde Noordzee. Want het lijkt misschien een grote bak met grauw zeewater, die er louter is voor onze recreatie en ons voedsel, maar er leven koralen, haaien, roggen, zeesterren, zeemeeuwen als Jonathan Livingston en soms duikt er zelfs een verdwaalde walvis op. Over Jonathan Livingston gesproken, wat zou hij ervan vinden dat we vandaag alle halflege zakken chips voor zijn snavel weg hebben gekaapt?
Door: Steven de Munnik / PridePR