Etappe 13: Op zoek naar de bron - Stichting De Noordzee

Noordwijk-kenners weten: Van Duijn is een echte Noordwijkse naam. En dus ga ik 13 augustus naar Noordwijk om ‘mijn roots te vinden’. Mijn vaders kant van de familie komt – zo verraadt mijn naam dus al – uit Noordwijk. Maar omdat mijn opa en oma na de geboorte van mijn vader naar Bussum verhuisden, ben ik er niet vaak geweest. Tijd voor een reünie, en wie weet een feest van onbewuste herkenning!

Voor ik kan gaan borrelen met mijn nog te ontmoeten familieleden, ga ik eerst het strand opruimen. Naast mij zijn er nog zo’n 60 andere vrijwilligers naar strandtent Take2 gekomen om samen aan de 13de etappe van de Boskalis Beach Clean Up Tour te beginnen. Na een groepsfoto gaan we enthousiast aan de slag. De vaart zit er goed in, vooral omdat het strand het eerste stuk nog vrij schoon is. Dat geeft mij tijd om na te denken over het echte probleem van zwerfafval: waar komt al dat vuil vandaan? Dat opruimen is hartstikke leuk natuurlijk, helemaal zen en maakt jou en je omgeving bewust van de troep, maar oplossen? Ho maar! Daarom heb ik vandaag nóg een missie: naast mijn eigen roots ook de bron van het strandafval ontrafelen. 

Foto: Opa en Oma van Duijn net na hun trouwdag op het Noordwijkse strand.

Soep, sushi en Chinees

Stiekem heb ik vooraf al wat research gedaan. Zo weet ik dat wereldwijd ieder jaar tussen de 5 en 13 miljoen ton plastic in zee beland. En dat er bijna geen zeedieren meer zijn zonder plastic in hun maag (in Nederland hebben ze zelfs 50 stukjes plastic in hun maag). En dat wij vervolgens een ‘gezond’ visje denken te eten. Opruimen kan vrijwel niet meer. Een groot deel van het zwerfvuil is in kleine deeltjes opgebroken, en zwerft tussen de nul en drie kilometer onder het wateroppervlakte. Doen we niets aan ons plastic-gedrag, dan zal de ‘plasticsoep’ de komende tien jaar maar liefst verdertigvoudigen (is dat een woord?). Tijd om de bron aan te pakken dus!

 

China blijkt jaarlijks het meeste plastic in zee te donderen. Daarna volgen Indonesië, Filipijnen en Vietnam. Allemaal landen waar de economie – en de plasticconsumptie –  snel groeit dus. De afvalverwerking staat er echter nog in de kinderschoenen. Minder plastic én betere vuilverwerking is noodzakelijk om het groeiende probleem te stoppen. Gelukkig heeft China recent al maatregelen genomen om de vervuiling af te remmen. Dunne plastic draagtasjes zijn verboden, en er kwam een strengere controle op ingevoerd plastic afval (China is nummer 1 importeur van recyclebaar plastic, dat dan weer wel). Maar is China ook verantwoordelijk voor onze vieze stranden? Kortom, hoe ver drijft zwerfvuil? En is het vuil op het strand afkomstig uit de zee?

 

Bron: onbekend

Daar blijken de meningen over verdeeld. Een vrouw uit ‘mijn’ groep vertelt me dat het grootste gedeelte van het afval dat we vandaag in onze vuilniszakken stoppen uit het water komt. Aha. Een jongen zegt later echter dat 75% van het vuil van het land komt.  Lekker duidelijk. Maar goed, technisch gezien is het land natuurlijk voor 100% de bron van al het zwerfvuil. Ooit een zeedier plastic zien produceren? Al het plastic wordt ooit op land gemaakt, belandt vervolgens op het strand, daarna (of direct) in de zee, en vervolgens (soms) weer op het strand. Zee of land is daarom eigenlijk niet boeiend. We moeten de productie van plastic terugdringen, bestaand (afval)plastic beter verwerken, en voorkomen dat die troep op het strand dan wel in de zee belandt. In China, maar ook in Nederland. Want dat het plastic afval helemaal naar Noordwijk drijft, lijkt mij eigenlijk vrij sterk. We moeten niemand anders de schuld geven, maar beginnen (jaja,) bij onszelf.

 

“Bedankt hè?!”

Hoe we dat allemaal gaan doen? Ik heb geen idee. Voor nu prik ik braaf door. De etappe is goed gedaan. De lucht is de hele dag al strak blauw, het zonnetje schijnt, alleen het afval wordt meer en meer. Hoe minder strandtenten, hoe minder er wordt opgeruimd, en hoe viezer het strand dus is. Dat had ik bij voorhand niet gerealiseerd. Net voor we bij het eindpunt komen, banen we ons een weg door de menigte van luie strandgangers die met hun lichamen in de zon liggen te bakken. Een aantal kijkt me aan of ik gek ben. Ben ik met een taakstraf bezig of ben ik écht zo gek om met dertig graden het strand op te gaan ruimen? Anderen kijken me schuldig aan. Zij liggen daar maar te liggen, terwijl ik ‘hun’ strand sta schoon te prikken. “Goed bezig”, “Knap wat jullie doen” en “Waar zijn jullie van?” zijn de opmerkingen die ik naar mijn hoofd krijg. Alsof ze zelf niets kunnen doen. Een gebruind, ouder stel zegt: “Bedankt hè?!” Ik denk: ‘Hé, ik doe het niet speciaal voor jullie hè?!’ Maar ik zeg het niet.

 

Hoe zou het strand eruit hebben gezien toen mijn opa en oma hier nog woonden? Erger dan nu? Was Nederland toen ook nog een snel ontwikkelende economie, met weinig besef van afvalverwerking? Al was er toen ook nog vast minder plastic. Volgens een dame wordt het vuil op de Nederlandse stranden al jaren minder. Toch hebben we vandaag totaal 185 kilo vuil opgehaald. Met ruim 60 mensen. Op acht kilometer strand, waar nota bene deels wordt opgeruimd door de Noordwijkers zelf! 185 kilo schijnt echter voor deze etappe normaal te zijn. Tja, noem dat maar normaal. In China vinden ze het normaal om hond te eten. En om tussen de 1,32 en 3,53 miljoen ton plastic per jaar te dumpen. Maar dat anderen het slechter doen, zegt niet dat wij het zelf al goed doen. Ik vind 185 kilo zwerfaval opruimen op het Noordwijkse strand niet normaal. Maar graag gedaan!