Europa dumpt nog steeds schepen op Aziatische sloopstranden - Stichting De Noordzee

“Ook Nederlandse schepen worden door arbeiders in bijvoorbeeld Bangladesh onder gevaarlijke omstandigheden uit elkaar gehaald.”

Publicatie in Trouw – 4 februari 2017

Ondanks een internationaal verdrag, wordt het merendeel van afgedankte zeeschepen nog altijd voor sloop gedumpt op Aziatische stranden. Vooral Europese reders zoeken de goedkope optie, blijkt uit onderzoek. Vorig jaar hebben ook twee Nederlandse reders afgedankte schepen op omstreden locaties laten slopen.

Dat zegt Shipbreaking Platform, een internationale coalitie van mensenrechten- en milieuorganisaties in Brussel. In 2016 zijn er wereldwijd 862 zeeschepen gesloopt. Daarvan werden er 668 op vervuilende en onveilige manier ontmanteld op sloopstranden, aldus het platform. De coalitie vraagt de Europese commissie in te grijpen.

Vooral Duitsland wordt door de organisatie genoemd als een land dat op eigen grond groene technologie nastreeft, maar elders onverantwoord met afgedankte schepen omgaat: 98 van de 100 Duitse sloopschepen werden vorig jaar een Aziatisch strand opgevaren.

In november vielen 28 doden bij een explosie op een sloopschip in Pakistan. In Bangladesh kwamen vorig jaar 22 arbeiders om op sloopstranden. Het werkelijke aantal slachtoffers zou veel hoger liggen, door onbeschermde blootstelling aan asbest en gassen. De milieuschade door de sloop op stranden is enorm.

Ratificatie

Ineke Netelenbos, voorzitter van de Nederlandse redersvereniging KVNR, vindt dat de Nederlandse overheid tekortschiet. “De Hongkong Conventie, het internationaal verdrag voor het veilig en milieuvriendelijk recyclen van schepen, is inmiddels acht jaar geleden gesloten, maar tot dusver slechts door vijf landen aangenomen. Nederland heeft het ook nog altijd niet geratificeerd. Landen spreken reders aan, maar doen zelf niks. Natuurlijk ligt er ook een verantwoordelijkheid bij reders, maar dat verdrag is ontzettend hard nodig.”

Volgens de jaarlijkse lijst van Shipbreaking Platform is vorig jaar een olie- en chemicaliëntanker van rederij Stolt-Nielsen uit Rotterdam op het strand van Alang (India) gesloopt. Woordvoerder Jens Gruner-Hegge zegt dat zijn bedrijf alleen sloopwerven gebruikt die aan de internationale standaarden voldoen. Dat zou ook met de Indiase werf het geval zijn geweest. Netelenbos bevestigt dat die sloperij op een Europese lijst van goedgekeurde werven staat.

Dat was volgens haar niet het geval bij de sloop van de Lincoln Express, een schip van rederij Vroon uit Breda. Dit schip, dat levend vee transporteerde, werd gesloopt op een beruchte werf in Chittagong, Bangladesh. “Dat is jammer, in Bangladesh is de situatie zorgelijk”, aldus Netelenbos.

Overmacht

Directeur vlootbeheer Rob Grool van Vroon zegt dat er sprake was van overmacht. “Het veiligheids- en constructiecertificaat van deze boot was verlopen. Dat bleek in Mauretanië. Je moet zo’n schip dan meteen uit de vaart nemen. De enige optie was Bangladesh. Overigens voer het schip niet onder Nederlandse, maar onder Filippijnse vlag.” Volgens Grool vallen de werkomstandigheden in Bangladesh mee. “Ik ben er zelf geweest.”

Stichting De Noordzee, een van de oprichters van het Shipbreaking Platform, vindt dat ook Nederlandse rederijen moeten toezien op een veilige en schone ontmanteling van schepen. “Als een oud schip voor het hoogste bod wordt verkocht, weet je zeker dat het op een sloopstrand belandt. Dat gaat ten koste van het milieu en de arbeiders. Als een reder jarenlang geld heeft verdiend met een schip, is het zijn morele plicht ervoor te zorgen dat het recyclen netjes gebeurt”, aldus Merijn Hougee van De Noordzee.


Foto: © REUTERS. Werkers verzamelen aangespoeld ijzer van een oud schip voor de kust van Alang in India.