Een bezoek aan het Friese Front, met een nieuwe duikervaring van Emilie Reuchlin-Hugenholtz: We zijn op het Friese Front; een gebied waar door twee samenkomende watermassas voedsel naar de bodem zinkt. Volgens mij zijn de zeekoeten nog aan het broeden in Schotland, zegt onderwaterfilmster Klaudie tegen beleidsmedewerker Vincent. Nou, volgens het maatregelenpakket moeten de zeekoeten nu al hier zijn, antwoordt Vincent. En alsof de koet naar hem heeft geluisterd zien we drie uur later, volgens de Natura 2000 Vogelrichtlijn, de eerste zeekoet.
We kijken met de live dropcam (een camera die we tot op de bodem kunnen laten zakken) vanaf de zitbank naar het Friese Front. De eerste duik zit ik even uit. En dat blijkt een goede beslissing, want het zicht op het Friese Front blijkt minimaal. Het sneeuwt plankton en slib door de enorme stroming die er over de bodem raast. Nu zie ik waarom dit zo een rijk gebied is. Het voedsel vliegt letterlijk om je oren. Zoveel eten voedt de hele waterkolom, en alles wat daarin en daarboven leeft. Er zijn grote scholen haring en sprot. Daar komen weer de tienduizenden alken en zeekoeten op af. De zeekoet komt er bijvoorbeeld om de jonkies vet te mesten en vlieg-klaar te maken.
De tweede duik mag ik mee. De duik vindt plaats op een onbekend wrak. Bekend is wel dat er een wrak ligt. Maar de identiteit van het wrak is onbekend; we weten dus niet wat voor een boot er ligt. De sprong vanaf het schip blijkt toch weer even spannend, maar ik kom goed in het water terecht. Er staat een enorme stroming. Ik hou krampachtig de lijn vast. Door mijn hoofd gaat louter de gedachte: Als ik nu loslaat ben ik weg. Misschien drijf ik wel af naar Engeland. Of Denemarken. Mijn god waar ben ik eigenlijk aan begonnen? Ik ben nog geen paar minuten in het water en mijn bril zit al vol. Mijn fles helt naar links. Er hangt een of ander snoer voor mijn duikbril. Ik voel me nog onhandiger dan normaal. Rustig blijven anders is straks mijn fles weer te snel leeg. Na een touwtrekwedstrijd komen we aan bij het onbekende schip.
Het blijkt dat het een stoomschip uit de Tweede Wereldoorlog is van 80 meter lengte. Maar dat hoor ik natuurlijk pas achteraf, want ik heb geen idee wat links of rechts is. Onder water verwonder ik mij weer over de anemonen, de krabben, en ondanks het water in mijn bril herken ik aan hun kin-draad twee kabeljauwen. Het is weer een fantastisch mooie duik. Stichting Duik de Noordzee Schoon heeft weer gezorgd dat een onbekend wrak nu bekend is en dat er netten, vislijnen en lood van af zijn gehaald. Ook zijn alle soorten die op het wrak leven en ervan afhankelijk zijn, geïdentificeerd door de biologen aan boord. De panda was ook mee onder water en staat op de foto met prachtige anemonen. Want ik hoop dat we de natuur in onze eigen Noordzee het grootste natuurgebied van Nederland- meer bekendheid kunnen geven. Zodat mijn familie, vrienden en landgenoten ook de natuur op de Noordzee willen beschermen. En hopelijk helpt het tot Panda 357 omgedoopte wrak ons daar een handje bij.