Expeditie Borkumse stenen: wat een spektakel! - Stichting De Noordzee

Marien bioloog Wouter Lengkeek van Bureau Waardenburg droomt over een rijke Noordzee vol leven. Tijdens zijn duik op de Borkumse stenen lijkt dit een beetje dichterbij te komen:
DDNZS_Borkumse_Stenen_UdovanDongen-1-2Op de bodem naast het wrak ligt een enorme vleet (een zeer grote roggensoort uit de Noordzee). Het lijkt wel een tafelblad van meer dan 2,5 meter doorsnee. Hij probeert een grote platte oester te kraken en twee kleine hondshaaitjes scharrelen de restjes bij elkaar. Hij schrikt van mijn lamp en door de stofwolk van zijn zwemslag zit ik even volledig in het donker. Wow… ik voel mijn hart kloppen in mijn keel en het water lijkt even 10 graden warmer. We zwemmen richting de stuurhut. De kabeljauwen op dit wrak zijn nog vetter dan mijn buddy. Wat is hier aan de hand, is dit stukje Noordzee de tijd ontsprongen? Maar het is nog niet klaar. Tijdens de opstijging verzamelt zich een heuse ‘baitball’ van haring rond de shotline, en daar komen ze. Grote tonijnen, 3, 4, 5 stuks, als torpedo’s jagen ze de haring uiteen. Ik kan mijn ogen niet geloven. FILMT IEMAND DIT?? Dan een schaduw boven ons. Een grote haringhaai cirkelt rond en pakt de laatste gewonde haringen.
En dan word ik wakker….
Klam en bezweet hijs ik me uit mijn kooi, ik wrijf in mijn ogen en ik kijk uit mijn patrijspoortje. Ik hoor twee zware diesels ronken, die van de Cdt Fourcault en mijn snurkende Brabantse kamergenoot. We zijn op expeditie op de Noordzee van 2015 en onze droom is nog niet uitgekomen. Wat hierboven staat is echt geen onzin. Nog maar 70 of 80 jaar geleden was dit volkomen normaal, maar toen was ik er nog niet om ernaar te kijken.
Gisteren hebben we twee lange duiken gemaakt op de Borkumse Stenen en we genoten met volle teugen. Het is ontzettend mooi onder water en dit gebied is een van de meest soortenrijke op het Nederlands Continentaal Plat. Ik maak de duiken met Klaudie, onze filmmaakster, en het is mijn taak als bioloog om bijzondere dingen voor haar te spotten. Maar we komen niet ver.
Elke grote steen opnieuw is een juweel van een mini-ecosysteempje. Bovenop is het een bloementuin van zeeanjelieren en dodemansduimen, en twee hooiwagenkrabben doen druk alsof ze er niet zijn. Onder de steen woont een grote kreeft of Noordzee krab, er dartelt een gezellig paartje kliplipvisjes rond. Een stel roodsprietgarnalen is druk bezig hun steen te poetsen. Overal waar we kijken liggen harnasmannetjes te schuilen, dit is een unieke visje dat we zelden ergens anders tegenkomen. De eieren van dwergpijlinktvissen wapperen in de stroming en de ouders houden ons nauwlettend in de gaten. Op de bodem tussen de keien wemelt het van de jonge platvissen, pitvissen en grondels en overal zien we de graafgangen van gravende kreeftjes.
Na 8 of 9 stenen bestudeerd en gefilmd te hebben zijn onze 40 minuten bodemtijd alweer voorbij. Tijd om te beginnen aan de opstijging, die 20 minuten zal moeten duren om alle stikstof weer kwijt te raken. Maar het hangen in de stroming aan de shotline is absoluut geen straf. In mijn hoofd verwerk ik de duik die ik zojuist gemaakt heb. Ik heb een Nederlands natuurgebied bestudeerd dat meer dan 300 diersoorten telt, maar dat nog geen 20 mensen ooit hebben mogen bekijken. Ik voel me bevoorrecht en stiekem droom ik nog een beetje verder over haaien, roggen en tonijnen. Hij zal er weer komen, die rijke Noordzee en hopelijk maak ik het nog mee.