Bureau Waardenburg deed in samenwerking met Stichting De Noordzee in 2013 onderzoek naar 10 wrakken op het Nederlands deel van de Noordzee. Het onderzoek laat zien dat er veel verscheidenheid is in soorten op de verschillende wrakken. Opdrachtgever was het Ministerie van I&M, die voor de Nederlandse uitwerking van de Kaderrichtlijn Marine Strategie wilde onderzoeken wat het belang is van scheepswrakken voor de biodiversiteit van de Noordzee.
Nieuwe soorten Op 10 onderzochte scheepswrakken zijn 165 verschillende soorten aangetroffen, waarvan 64 soorten nog nooit eerder op wrakken in het Nederlands deel van de Noordzee werden gezien. Vijf van deze soorten zijn zelfs helemaal nieuw voor Nederland. Dit zijn geen exoten (nieuwkomers), maar inheemse soorten, die dus nog niet eerder op ons deel van de Noordzee werden waargenomen. Zestien van de 165 soorten zijn wel eerder gezien, maar zeer sporadisch. Enkele soorten illustreren in het bijzonder de ecologische relevantie van de scheepswrakken. Wrakken blijken bovendien een kraamkamer voor juveniele kabeljauw. Samen met eerdere onderzoeken door marien biologen en vrijwilligers zijn er in totaal nu 293 verschillende diersoorten op de Nederlandse wrakken aangetroffen.
Geen wrak is gelijk Uit het onderzoek komt ook naar voren dat er tussen wrakken onderling verschillen zijn. Van de 165 gevonden soorten, werden er 65 soorten op één enkel wrak gevonden. Het laat zien dat elk wrak uniek is met een eigen leefgemeenschap. De verschillen in soorten tussen wrakken worden vooral bepaald door de afstand uit de kust, hoe verder uit de kust hoe meer soorten. Ook de ligging van het wrak, hoe dieper hoe meer soorten, en de bedekking met hydroidpoliepen, hoe hoger de bedekking hoe minder soorten, hebben een duidelijk effect. Per wrak werden er gemiddeld 57 soorten aangetroffen. Het harde substraat van de wrakken is gemiddeld voor 88% bedekt met leven. Meest voorkomend zijn enkele algemene soorten als marmerkreeftjes, zeeanemonen en hydroidpoliepen.
Het onderzoek De 10 wrakken werden geselecteerd op basis van hun ligging tot maximaal 75 kilometer uit de kust. Er is waar mogelijk gekeken naar wrakken die al eerder bekend stonden om hun hoge biodiversiteit; wrakken die archeologisch interessant zijn; en wrakken die door verschillende stakeholders als waardevol aangemerkt zijn. Verder speelde de spreiding over diepte, afstand uit de kust en de bereikbaarheid een rol. De onderzochte wrakken zijn: Tubantia, Christiaan Huygens, Klipper, HMS Hogue, HMS Aboukir, HMS Scott, Poppetjeswrak, SS Nautilus, Victoria City, Amerskerk. Auteur: Lisa van der Veen