Deze week zat ik in Brussel bij een presentatie van de Europese Commissie over de toestand van de visbestanden in Europa. Voor het eerst gaf de Commissie een meer algemeen overzicht: niet alleen hoe de visbestanden er voor staan, maar ook hoe de trend de afgelopen tien jaar was.
Het goede nieuws: in de afgelopen tien jaar is de visserijsterfte bij steeds meer bestanden binnen veilige biologische grenzen: van 10-15% in 2000 naar 50% nu. Dat is een duidelijke ombuiging van een trend sinds 2000. De meeste voor Nederland belangrijke visbestanden doen het nu zelfs uitzonderlijk goed: van makreel, haring en schol zit de visserijsterfte op of onder de grens voor duurzaam beheer (MSY) die is afgesproken. Dat is echt goed nieuws. Immers, het MSY niveau is nog een duurzamer niveau dan binnen veilige biologische grenzen.
Het minder goede nieuws: er zijn 192 beviste bestanden in Europa, en van deze is maar voor 35 bestanden een duurzaam niveau (Fmsy) vastgesteld. De stijgende trend is berekend op basis van die 35 bestanden waar voldoende van bekend is. Maar, van de overige 157 weten we te weinig om vast te kunnen stellen wat een duurzaam niveau zou zijn. Het nieuws uit de Middellandse zee is overigens ook niet erg positief: 91% van de onderzochte bestanden is volledig of overbevist, en het aantal onderzochte bestanden is veel minder dan in de rest van Europa.
In Brussel bespraken we Europa. Maar, veel vis die we eten komt van buiten Europa. En vaak komt die uit gebieden die veel slechter onderzocht en beheerd worden dan in Europa. Je kunt niet simpelweg zeggen: kabeljauw is overbevist, dus ik eet maar papegaaivis of een andere exotische soort als ik uit ga eten, want die staat niet op de VISwijzer. Veel tropische vissoorten zijn net zo overbevist als Europese, alleen er zijn geen cijfers, laat staan dat er goede visserijmaatregelen of controle zijn.
Terug naar Nederland: als het zo goed gaat met die Nederlandse soorten waarom staan ze dan niet allemaal in het groen op de VISwijzer? Wel, om groen te scoren moet de visserij op 3 onderdelen goed scoren: op visstand, maar ook op de effecten van de vangsttechniek en op beheer. De soorten die niet groen scoren ondanks een goede visstand hebben nog te veel problemen met de vangsttechniek en het beheer. In dit geval is dat de traditionele boomkorvisserij: er is te veel bijvangst, en de bodemschade is te ernstig. Bovendien zijn er in het beheer nog geen maatregelen genomen om deze bodemschade te beperken.
Gelukkig vindt er tegenwoordig volop innovatie plaats in de visserijsector. Vissers stappen over op technieken met minder impact, en er zijn vissers die experimenteren met alternatieve boomkortechnieken die minder bijvangst hebben en nauwelijks de zeebodem raken. Het dieselverbruik is daarbij ook aanzienlijk lager. Dus er komen steeds meer Noordzeevissen in het groen te staan. Goed nieuws dus!
Hoe goed gaat het met de vis?
leestijd: < 1 minuut