Wetenschappelijk onderzoek toont aan dat allerlei vormen van leven in zee reageren op lawaai. Het wordt bovendien steeds drukker op de Noordzee omdat activiteiten op zee toenemen, waardoor ook het lawaai toeneemt. Het aanleggen van windparken op zee, de groei van scheepvaart en het gebruik van sonar leidt allemaal tot extra geluidsoverlast. Dit onderwaterlawaai stoort zeedieren bij het communiceren, het navigeren en het zoeken naar voedsel, wat kan leiden tot stress, maar ook levensbedreigende consequenties kan hebben.
Dat er maatregelen nodig zijn om het lawaai onder water terug te dringen, is duidelijk. Maar wat is daar voor nodig?
Geluid, natuur en maatregelen
Om het toenemende probleem van onderwatergeluid aan te pakken moeten we kijken naar zowel oorzaak en bronnen van geluid, gevolgen voor geluidsgevoelige soorten en mogelijke maatregelen die natuurschade kunnen helpen voorkomen. Op deze drie thema’s wordt onderzoek gedaan met wetenschappelijke experts en belangrijke stakeholders. Want als we dit groeiende probleem willen oplossen, moeten we komen tot maatregelen die het zeeleven beschermen. Deze maatregelen moeten uitvoerbaar zijn door stakeholders die verantwoordelijk zijn voor onderwatergeluid, maar ook moeten overheden die regels kunnen handhaven.
In mei en juni van dit jaar kwamen vertegenwoordigers van overheden, scheepvaart, visserij, havens en windparken in focusgroepen digitaal bij elkaar. Op basis van de verkregen inzichten tijdens deze bijeenkomsten worden verschillende toekomstscenario’s ontwikkeld met mogelijke mitigerende maatregelen. Deze scenario’s worden door partners als TNO in het DEMASK-project doorgerekend en getest om te kijken naar de mogelijke (positieve) impact op het zeeleven.
In testscenario’s wordt bekeken wat de veronderstelde afname van het onderwatergeluid daadwerkelijk betekent voor verschillende indicatorsoorten in zee. Dit zijn diersoorten waarbij het mogelijk is om de gevolgen van onderwatergeluid te monitoren. Binnen het DEMASK project wordt momenteel bepaald welke soorten het best gebruikt kunnen worden voor het monitoren van deze effecten.
Eerste inzichten
Een bekende en impactvolle maatregel op onderwatergeluid is de vaarsnelheid. Schepen die langzamer varen maken minder lawaai onder water en stoten bovendien minder luchtemissies (inclusief CO2) uit. Zo kunnen ook andere positieve milieu- en klimaateffecten worden behaald. Doordat de zeevaart recent is ondergebracht in het emissie-handelssysteem EU ETS, biedt het beprijzen van CO2-emissies in de zeevaart een stimulans aan reders om langzamer te varen wanneer dat kan.
Er zijn zorgen over bepaalde innovaties, zoals ultrasonische antifouling, waarbij geluidsgolven worden gebruikt om de scheepsromp vrij te houden van aangroei. Het is belangrijk om nauwkeurig te onderzoeken of een dergelijke nieuwe methode geen extra geluidsoverlast veroorzaakt voor het leven in zee.
De hoeveelheid scheepvaart in de toekomst blijkt lastig te voorspellen. Naar verwachting neemt de totale transportcapaciteit toe, maar of dat is door (nog) grotere schepen of meer schepen valt lastig te zeggen. Ook spelen geopolitieke ontwikkelingen een rol, zoals de huidige spanningen in de Rode Zee waarbij schepen moeten omvaren en dus later op hun bestemming arriveren. En er zijn andere ontwikkelingen, zoals de Noordelijke Zeeroute over de Noordpool die steeds beter begaanbaar wordt door het smeltende zee-ijs.
Er is tenslotte een toenemende hoeveelheid windparken op zee met grotere turbines, wat een invloed zal hebben op het geluid onder water. Geluidsverstoring komt daarbij van het heien bij aanbouw, maar ook van operationeel geluid en door onderhoudsschepen die er varen.
Het is belangrijk te realiseren dat het zeeleven in de Noordzee, van Frankrijk tot Noorwegen, zich niet aan landsgrenzen houdt. Daarom kijken we voor maatregelen naar bijvoorbeeld het Marine Strategy Framework Directive (MSFD) van de EU, het Greater North Sea Basin Initiative (GNSBI) en regionale samenwerkingen zoals OSPAR.
Het DEMASK project
Stichting De Noordzee werkt sinds het begin van dit jaar mee aan het Europese Interreg-project DEMASK. Het project DEMASK is aan het begin van dit kalenderjaar gestart en loopt drie jaar. Projectpartners zijn wetenschappelijke instituten, overheden en natuurorganisaties uit Noordzeelanden Nederland, België, Duitsland en Zweden. In dit project verzamelen we informatie, maken we scenario’s en testen we maatregelen voor de Noordzee in de toekomst.
Meer informatie
We kijken terug op succesvolle eerste stakeholdergesprekken dit voorjaar, waaronder focusgroepen en ronde tafels in Duitsland. We nodigen belanghebbenden van harte uit om deel te nemen aan een ronde tafel in Nederland later dit jaar. Neem voor vragen over het DEMASK-project of deelname aan stakeholdergesprekken contact op met Merel den Held (visserijexpert) of Maarten Verdaasdonk (scheepvaartexpert) of met DEMASK projectmanager Niels Kinneging van Rijkswaterstaat op [email protected]
Blijf op de hoogte van het DEMASK project door te abonneren op de LinkedIn project pagina en de DEMASK nieuwsbrief