ICES adviseert beter onderzoek naar bijvangst bruinvissen - Stichting De Noordzee

Vandaag heeft ICES een advies over de herziening van de zogenaamde ‘pingerrichtlijn’ verzonden aan de Europese Unie. Daarin adviseert het comité van wetenschappers om in de zuidelijke Noordzee meer onderzoek uit te voeren naar de bijvangst van bruinvissen.
Onbekend
Uit het advies blijkt dat er onder Europese wetenschappers onduidelijkheid bestaat over de hoeveelheden bruinvissen die in de zuidelijke Noordzee worden bijgevangen. Onder andere de recreatieve staand want vissers worden er van verdacht bruinvissen bij te vangen in hun netten. Het is echter onbekend hoeveel dit precies is. Schattingen over bijvangst van bruinvissen in de gehele Noordzee lopen uiteen van een paar duizend rond de 7.000 per jaar. Vooral de grote verschillen tussen schattingen waren voor ICES reden voor de aanbeveling goed onderzoek te doen.
Beschermde diersoort
Aangezien de bruinvis een beschermde diersoort is, moeten landen meten hoeveel bruinvissen er worden bijgevangen. Vanuit Nederland word er bijvoorbeeld met waarnemers onderzocht hoeveel bruinvissen door de sleepnetvisserij worden bijgevangen. De sleepnetten vangen amper bruinvissen bij, dus daar zit het probleem niet. Jaarlijks spoelen er honderden bruinvissen dood aan op onze kust. Deze worden onderzocht door dierenartsen. Een behoorlijk deel de onderzochte bruinvissen stierf door bijvangst. Er bestaan vermoedens dat staand want visserij hier deels oorzaak van is, maar goede gegevens hierover zijn er niet, feitelijk weten we het dus niet. ICES adviseert de EU nu hier verandering in te brengen.