Makreel en de economische crisis - Stichting De Noordzee

Gisteren was ik op een bijeenkomst van LNV en Imares waar (een deel van) de jaarlijkse vangstadviezen van de internationale biologen (ICES) bekend gemaakt werden. Het ging deze keer niet over schol en tong, en dus waren we eigenlijk snel klaar, maar over makreel, horsmakreel, sloeharing (Noorse haring) en blauwe wijting, de zogenaamde pelagische soorten. Die zwemmen in grote scholen. Het goede nieuws is dat het met het bestand van makreel en Noorse haring vrij goed gaat. Minder goed gaat het met de blauwe wijting. Maar als het lange-termijn beheerplan wordt opgevolgd (advies is halvering van de vangst in 2010), wordt verdere achteruitgang van het bestand voorkomen.
Voor de meeste pelagische soorten zijn er sinds kort deze lange-termijn beheerplannen, die tot stand zijn gekomen met inbreng van vissers én milieu-organisaties. Die plannen lijken hun vruchten af te werpen, en dat is goed, want er zijn vaak veel landen die op één bestand vissen. Makreel bijvoorbeeld zwemt van Ijsland tot aan Spanje. En Ijsland is een probleem. Naast de vangsthoeveelheid die is afgesproken tussen de makreel-vissende landen, heeft IJsland 112.000 ton extra makreel gevangen en Noorwegen en de Faroer eilanden 35.000 ton. Dat is samen 30% meer dan de afgesproken vangsthoeveelheid. Ja, daar gaat je beheer, of zoals gisteren verwoord werd; “eigenlijk wordt het bestand dus niet beheerd”. En zo heeft de makreel direct last van de financiële crisis. Op de vergadering van de regionale visserijorganisatie NEAFC, die het beheer van het bestand onder haar hoede heeft, zouden deze landen hard op hun vingers getikt moeten worden voor dit mismanagement.
Wie durft dat aan?