Het klinkt als een avonturenroman, maar wist je dat er allerlei gezonken steden op de bodem van de Noordzee liggen? In vroeger tijden zaaiden stormvloeden dood en verderf langs onze Noordzeekusten.
De Noordzeekust is voortdurend in beweging. Oorspronkelijk veranderde de kustlijn vooral door natuurlijke fenomenen, zoals stormvloeden. In tijden dat grote projecten als de Afsluitdijk en de Deltawerken nog niet bestonden, kostten deze stormvloeden vele mensen het leven. Zo kwamen er tijdens een grote stormvloed in het jaar 1228 meer dan 100.000 mensen om het leven.
De Eerste Grote Mandrenke
In 1362 werd de hele Noordzeekust getroffen door de tweede Sint-Marcellusvloed of Eerste Grote Mandrenke (grote verdrinking van mensen). De overstroming trof alle landen rond de Noordzee. De Duitse kroniekschrijver Anton Heimreich meldde dat het water als gevolg van de opstuwing in de Noordzee steeg tot ruim 2,4 meter boven de dijken en 21 dijkdoorbraken veroorzaakte. Wederom vonden ruim 100.000 mensen de dood en grote delen van de kust verdwenen voorgoed in de zee, inclusief het nu legendarische stadje Rungholt op het voormalig waddeneiland Strand. Tot eind 20e eeuw waren overblijfselen van de stad zichtbaar, maar inmiddels zijn de laatste resten weggespoeld door de zee. Over de verdronken stad worden verschillende sagen en legendes verteld. Zo wordt gezegd dat men op windstille dagen nog steeds de kerkklokken van Rungholt onder water kan horen luiden…
Allerheiligenvloed
Ook de Allerheiligenvloed van 1 november 1436 zorgde voor een enorme ravage en vele doden. Het dorpje Eidum, op het eiland Sylt in de Noordzee, bevond zich een paar honderd meter ten westen van de huidige kustlijn van het dorp Westerland. Volgens de historische overlevering werd het dorp meerdere malen verwoest door stormvloeden en vervolgens weer herbouwd. De Allerheiligenvloed richtte echter zoveel schade aan en maakte zoveel slachtoffers, dat de overlevenden het dorp verlieten en een nieuwe nederzetting stichtten, ongeveer twee kilometer verder naar het oosten. Volgens de overleveringen was de kerktoren van Eidum nog tot 1806 zichtbaar op de zeebodem bij laag water.