Nationaal Waterplan dreigt doel te missen - Stichting De Noordzee

Vandaag vergadert de Tweede Kamer over het ontwerp-Nationaal Waterplan. In dit plan staat welke ruimte onder welke voorwaarden en voor welke activiteiten op de Noordzee beschikbaar is. Denk aan windmolenparken of gebieden voor zandwinning. Het Nationaal Waterplan vertoont echter een aantal essentiële gaten, waardoor het haar doel dreigt te missen. Stichting De Noordzee, het Wereld Natuurfonds, Greenpeace en de Waddenvereniging doen in een gezamenlijke position paper een aantal aanbevelingen aan de Tweede Kamer.
Het Nationaal Waterplan (NW) is een structuurvisie, dat wil zeggen een ruimtelijk plan. Het NW is van groot belang omdat Nederland hiermee dé beleidskeuzes voor het nationale zoet- én zoutwaterbeleid voor de periode 2009-2014 zal maken. De verschillende gebruiksfuncties van de Noordzee zijn in het ontwerp-NW dan ook gedetailleerd en goed gestructureerd beschreven. Ingegaan wordt op windenergie, zandwinning, zeescheepvaart, visserij, defensie, toerisme en recreatie, en olie- en gaswinning.
In het huidige ontwerp-NW wordt de ecosysteembenadering als uitgangspunt genomen. Hiermee erkent de overheid dat een gezond ecosysteem de basis is voor het economisch gebruik op de langere termijn. Helaas wordt het beschermen van dit ecosysteem in het NW geheel achterwege gelaten. De spanning die er is tussen de economische functies én de functie van het mariene ecosysteem van de Noordzee is in het NW niet zichtbaar. Er wordt wél erkend dat als gevolg van economisch gebruik, het natuurlijk systeem van de Noordzee in het geding is, maar hier worden vervolgens géén beleidskeuzes aan verbonden. Als structuurvisie zou het NW moeten aangeven in hoeverre en onder welke voorwaarden de economische gebruiksfuncties verenigbaar zijn met de ecologische functies van de Noordzee.
Als aanbevelingen voor een sterker Nationaal Waterplan, stellen Stichting De Noordzee, WNF, Greenpeace en de Waddenvereniging dat de bescherming van het ecosysteem van de Noordzee als één van de prioriteiten moet worden erkend en als beleidskeuze moet worden geconcretiseerd. In dit kader moeten de natuurwaarden, de natuurgebieden, en zelfstandige natuurbeschermingsdoelen worden genoemd. Door het ontbreken van natuurbeschermingsdoelen in het NW is ook een enorm risico genomen, omdat op dit vlak wel degelijk harde en concrete Europese verplichtingen gelden.
Ook moeten de effecten van de relevante economische activiteiten zichtbaar worden gemaakt. In het ontwerp-NW ontbreekt bijvoorbeeld een toetsing van de effecten van visserij, zandwinning, windenergie en CO2 opslag onder de zeebodem. Dit is simpelweg noodzakelijk om een eerlijke afweging tussen economische en ecologische belangen mogelijk te maken.
Tenslotte werkt het ontwerp-NW de economische activiteiten zelf goed uit, maar zegt het in feite niets over de ruimtelijke inpassing van visserij in onder meer Natura 2000 en OSPAR gebieden. Deze grote ruimtelijke vraagstukken had het ontwerp-NW niet links mogen laten liggen. Gehele of gedeeltelijke sluiting van gebieden voor visserij als middel voor herstel van natuurwaarden in deze gebieden dient in de beleidskeuzen expliciet als één van de mogelijke oplossingen te worden opgenomen.
Als het ontwerp-NW op deze manier onaangepast in de definitieve NW wordt omgezet, dreigt het NW als integrale structuurvisie voor de Noordzee haar doel te missen.