Nieuwe onderzoeksresultaten windparken op zee - Stichting De Noordzee

Gisteren was ik, Sytske, op een symposium waarin de resultaten van anderhalf jaar zee onderzoek werden gepresenteerd. Dit onderzoek is gedaan om meer te weten te komen over de mogelijke effecten van windparken op zee. Veel van dit onderzoek is echt nieuw. Nooit eerder is er een jaar lang onderzoek gedaan naar vislarven en viseieren in het hele Nederlandse deel van de Noordzee. Het hele jaar zijn ze te vinden, maar met duidelijke patronen. Ook voor zeevogels en bruinvissen is er zeer veel nieuwe en waardevolle informatie verzameld. De komende maanden gaat de overheid na wat de consequenties zijn van deze nieuwe gegevens voor vergunningen voor wind op zee. Ik ben hier erg benieuwd naar.
Wat mij opviel is dat uit het onderzoek aanvullende informatie over natuurgebieden is gekomen. Hieronder een opsomming van een aantal zaken die bijzonder zijn en bijdragen aan je feitenkennis:
– op de Bruine Bank en Borkumse stenen en Botney Cut zijn in juli veel bruinvissen geteld
– in maart zijn de hoogste aantallen bruinvissen geteld op de Bruine Bank, Botney Cut en tot 75 km uit de kust
– op de Doggersbank komen geelsnavelduikers voor. Onderzoekers denken dat dit mogelijk een kleine overwinterende populatie van deze bedreigde soort kan zijn
– rond de Bruine Bank komen veel Grote Jagers voor, een soort die in Europa vrij schaars is
Andere interessante uitkomsten:
– in het Nederlands deel van de Noordzee zijn het hele jaar door viseieren en vislarven aanwezig. Laagste aantallen van september-november, hoogste tussen april en juli
– Kleine Mantelmeeuwen zijn bijzondere beesten. Mannetjes en vrouwtjes gedragen zich heel anders. Mannen zijn meer op zee te vinden en vaker in de Noordzee, terwijl vrouwtjes vaker in de Waddenzee zijn
– Duikers migreren over grote delen van de Noordzee
– er zitten veel bruinvissen in het Nederlands deel van de Noordzee: 14-48% van de geografische populatie. Waar precies hangt af van het seizoen.
– in juli zijn bruinvissen met kalfjes waargenomen. Dit kan betekenen dat er ook voortplanting in Nederlandse wateren plaatsvindt
– in alle zoekgebieden voor wind komen zeevogels voor die gevoelig kunnen zijn voor verstoring door windparken.
– bij de vogeltellingen vanuit een vliegtuig op 75 m hoogte zijn afval en ballonnen gevonden
– een verbod op discards zal niet goed uitpakken voor de kolonie Kleine Mantelmeeuwen op Texel
– bruinvissen zijn gevoeliger voor geluid dan dolfijnen en ook gevoeliger dan eerder is beschreven
– bruinvissen lijken gevoeliger te zijn voor de tijdsduur van een geluid dan voor het geluidsniveau
– tijdelijke gehoorschade kan optreden zonder dat dieren wegzwemmen
– bij experimenten met heigeluiden is bij de bruinvis geen (tijdelijke) gehoorschade waargenomen. Wel zwom hij ver weg van de geluidsbron
– tonglarven zijn veel minder gevoelig voor heigeluid dan waar in de Passende Beoordeling van uit is gegaan.
Alle resultaten van de verschillende onderzoeken zijn te vinden op: www.informatiehuismarien.nl