Op donderdag 6 oktober vond het seminar “Financiële Incentives voor Schone Scheepvaart” en de roundtable “Ranking The Ships” plaats, georganiseerd door MVO Nederland. Die dag kwamen zo’n 60 deelnemers bijeen in het Prodock Amsterdam om meer te weten te komen over verschillende financiële incentives voor verduurzaming van de scheepvaart. Voor de roundtable waren er verschillende maritieme spelers, incentives en investeerders uitgenodigd.
Dagvoorzitter Sibrand Hassing – Director Fleet Operations Europe bij Holland America Group- en de aanwezige incentives – Environmental Ship Index, Green Award en Clean Shipping Index – gaven inhoudelijke uitleg over hoe de incentives tot stand zijn gekomen, hoe ze werken en een update over toekomstige ontwikkelingen. Het seminar werd afgesloten met een geanimeerde paneldiscussie. De vraag welke milieuwinst al behaald is bleek lastig te beantwoorden. Een van de voorbeelden van de geboekte milieuwinst die werd genoemd is de groeiende marktvraag naar milieuvriendelijke smeermiddelen in Zweden door het gebruik van CSI. Green Award gaf aan dat door de focus op veilig werken de kans op milieu-incidenten direct is verkleind. De deelnemende havens en schepen van ESI hebben geleid tot bovenwettelijke emissie reducties maar hoeveel blijft onduidelijk.
50.000 zeeschepen op onze wereld
Op dit moment bestaat de wereldvloot uit ongeveer 50.000 zeeschepen. Uit de presentatie van Green Award bleek dat er ongeveer 225 zeeschepen gecertificeerd zijn en 32 havens wereldwijd meedoen. Wereldwijd nemen 47 havens en 70 rederijen (meer dan 2.500) deel aan ESI. De CSI heeft ongeveer 2.500 schepen die gebruik maken van de index. Even grof gerekend is dit 10-15% van de wereldvloot die gebruik maakt van de genoemde initiatieven. Op de vraag waarom schepen niet meer gebruik maken van bestaande incentives zijn meerdere redenen genoemd, waaronder:
- er is een grote diversiteit aan subsectoren en diensten in de sector waardoor er verschillende behoeftes ontstaan die nog niet goed aansluiten op bestaande initiatieven;
- rederijen vinden het lastig om de voordelen van het gebruik van incentives te zien en zien meer (financiële) risico’s dan kansen;
- de sector bevindt zich in een lastige markt waar de naleving van de huidige wetgeving al een uitdaging op zich is en het gebruik maken van incentives administratieve lasten op kan leggen;
- de marktvraag van grote bedrijven is beperkt en de aanjagende klantvraag ontbreekt.
Vervoerswijze niet zichtbaar op productlabels
Tijdens de roundtable kwam de beperkte marktvraag vaak ter sprake. Voor de “normale” consument is de scheepvaart een onzichtbare en geheimzinnige sector. Grote bedrijven hebben vaak nog geen doelstellingen opgenomen in MVO beleid over duurzaam zeevervoer omdat hier vanuit de consument en sector eigenlijk (nog) maar weinig vraag naar is. Op de meeste product labels kan je informatie vinden waar het product gemaakt is maar niet over hoe het hier gekomen is. Per zeeschip, per vliegtuig, per vrachtwagen of per trein? Hierdoor blijven deze vervoersemissies een soort “black box”. De sector die verantwoordelijk is voor 90% van de wereldhandel blijft hierdoor onzichtbaar en daarmee moeilijk tastbaar.
Meer onderlinge samenwerking is nodig om de uiteindelijke effectiviteit en de impact van de incentives te vergroten, zo luidde de conclusie van de roundtable. Hoewel tijdens het seminar bleek dat sommige incentive providers nog niet veel voelen voor één label, waren er toch een groot aantal aanwezigen (waaronder de EVO – de Nederlandse raad van zeeverladers) in de zaal die voor een gezamenlijk label zoals BREEAM (duurzaamheidslabel voor internationale bouwsector) stemden. Dit was toch wel opmerkelijk. Samen sta je toch sterker – waarom niet gaan varen in hetzelfde duurzame schuitje?
Door: Marijke Boonstra