Nog steeds massale dumping afval van zeeschepen - Stichting De Noordzee

Deze week (22-26 maart 2010) komt in Londen de milieucommissie van de Verenigde Naties, de Internationale Maritieme Organisatie (IMO), bijeen. Op de agenda staat het verdrag over het lozen van afval op zee door de scheepvaartsector. Dumpen op zee gebeurt nog steeds veelvuldig in de zeescheepvaart. Stichting De Noordzee pleit tijdens de VN vergadering voor een totaalverbod voor afvallozing en wordt daarbij ondersteund door kapitein Charles Moore, de ontdekker van de plastic soep in de Stille Oceaan.
De VN-vergadering van de IMO is de plek waar de internationale scheepvaartsector afspraken maakt op gebied van milieu. Het beleid van IMO is mondiaal geldig voor alle schepen op zee. De 169 deelnemende landen moeten de afspraken in hun eigen wetgeving opnemen. Het verdrag over afval dateert uit 1987 en de landen hebben deze week voor het eerst de mogelijkheid het verdrag te herzien.
Een schip produceert veel afval: ladingsresten, huishoudelijk afval en echt scheepsafval zoals olieresten. Er is wereldwijd een totaalverbod op het dumpen van plastic, maar ander afval zoals glas, papier, metaal, hout en voedselresten mogen op de meeste plekken op zee nog altijd ‘over de muur’ worden gezet. Toch gaat ook plastic veelvuldig overboord, want dat is makkelijk. Afgeven in de haven kost vaak geld en handhaven op zee lukt niet.
Stichting De Noordzee wil af van lange lijsten waarop staat wat wel en wat niet overboord mag. “Het dumpen van afval is niet meer van deze tijd en moet in zijn geheel verboden worden,” zegt Jeroen Dagevos van Stichting De Noordzee, aanwezig in Londen. In de Noordzee, een van de drukst bevaren zeëen ter wereld, verdwijnt jaarlijks grote hoeveelheden afval. “Tijdens onze strandmonitoringen vinden we gemiddeld 400 tot 500 stuks afval per 100 meter strand, waarvan het grootste deel plastic is. Zeker de helft hiervan is afkomstig van zeeschepen. Jerrycans, purschuim, afdekplastic, visnetten: dit komt niet van het land.”
Plastic Soep
In de Stille Oceaan zijn door kapitein Charles Moore plekken ontdekt, ter grootte van de Verenigde Staten, waar door de zeestromingen grote hoeveelheden plastics samenkomen. Dit wordt de ‘plastic soep’ genoemd. Ook in de Atlantische Oceaan, waar de Noordzee aan grenst, is eenzelfde drijvende vuilnisbelt ontdekt. Uit verschillende onderzoeken blijkt dat de hoeveelheid afval in zee sinds eind jaren 1990 nauwelijks afneemt.
Al dat plastic in zee vormt een bedreiging voor het zeeleven. Miljoenen zeedieren, waaronder veel vogels, sterven jaarlijks onnodig, doordat ze het afval aanzien voor voedsel of erin verstrikt raken. Plastic breekt af in steeds kleinere deeltjes: microplastics. Deze worden door plankton opgenomen en komen zo in de voedselketen – en uiteindelijk bij ons – terecht.
Kapitein Charles Moore spreekt op woensdag 24 maart op uitnodiging van Stichting De Noordzee de delegaties van de VN toe. Hij heeft meerdere voorbeelden van scheepsafval bij zich, die hij midden op de oceaan heeft gevonden. Stichting De Noordzee pleit voor een totaalverbod voor het dumpen van afval door zee- en visserijschepen.