Opinie artikel Han Lindeboom - Vissers mogen onder water hun gang gaan - Stichting De Noordzee

“Ik gun mijn kindskinderen gebieden met prachtige begroeide schelpenbanken en veel grote vissen.”

PUBLICATIE IN DE VOLKSKRANT – 16 JUNI 2016
Han Lindeboom hoogleraar mariene ecologie universiteit van Wageningen

Donderdag debatteert de Tweede Kamer weer over het vaststellen van beschermde gebieden in de Noordzee en de daarin te nemen maatregelen. Daar is de Nederlandse overheid al meer dan 25 jaar mee bezig, maar tot nu toe heeft dat nog geen enkele serieuze bescherming opgeleverd. Ook nu gaat het niet veel voorstellen.

In 1990 stelde ik voor om 25 procent van de Noordzee te sluiten voor alle visserij om het ecosysteem te beschermen. Er is in 1992 een plan geweest om een gebied te sluiten ten behoeve van wetenschappelijk onderzoek naar de effecten van sluiting. De vissers hebben toen gedreigd de Rotterdamse haven te blokkeren als dat zou doorgaan, waarna het politiek verzandde.

Al in 2005 is een aantal gebieden in het Nederlandse deel van de Noordzee geselecteerd die voor bescherming in aanmerking komen. Meer dan tien jaar later is de overheid bezig om maatregelen te nemen, maar onder druk van de visserijlobby zijn die maatregelen halfslachtig, de gebieden te klein en daardoor beschermt men nog steeds geen ecosystemen. In plaats van een Noordzeebrede integrale benadering is de overheid met de visserijsector en de ngo’s gaan polderen binnen de aangewezen te beschermen gebieden.

Voorbeelden hiervan zijn de Klaverbank en de Doggersbank, waar de overheid nu slechts een paar delen van het oorspronkelijk aangewezen gebied gaat sluiten voor bodemberoerende visserij. En niet eens helemaal, op het laatste moment staat staatssecretaris Van Dam van Economische Zaken op de Doggersbank toch weer het flyshooten toe.

Dit is een vorm van visserij waarbij men een net uitzet, een lange stalen kabel in een grote cirkel (diameter groter dan 1 km) op de bodem legt en deze vervolgens over de bodem aantrekt om met opgewervelde zand- en slibwolken de vissen het net in te jagen. Dit is per definitie een bodembeschadigende activiteit. Alle vastzittende fauna, zoals schelpdieren, zeeanemonen, sponzen en bijvoorbeeld ook dodemansduim, wordt een kopje kleiner gemaakt door deze guillotine. Dat kun je toch geen beschermd gebied noemen?

Kunt u zich voorstellen wat er met de Hoge Veluwe of Oostvaardersplassen zou gebeuren als men daar regelmatig een stalen kabel dwars doorheen trekt? Omdat we het onder water niet kunnen zien, mogen de vissers hun gang gaan.

Samen met twintig andere wetenschappers heb ik er onlangs in een brief aan de minister van Infrastructuur & Milieu en de staatssecretaris van Economische Zaken op aangedrongen de bescherming op de Noordzee serieus te nemen, minimaal 10 tot 15 procent van de Noordzee en grotere aaneengesloten gebieden. Maar de visserijlobby tegen gebiedssluiting is sterk, waarbij het vaak om percepties en minder om feiten of cijfers gaat.

Het Landbouw Economisch Instituut heeft in een Maatschappelijke Kosten Baten Analyse (MKBA) verschillende scenario’s berekend voor bescherming van (delen van) het Friese Front en de Centrale Oestergronden. In het maximale scenario (alles beschermd, visvangst wordt niet elders gecompenseerd) scheelt dat jaarlijks 1,6 miljoen euro aan bruto toegevoegde waarde.

In een ander scenario (alles beschermd, men vangt in de open rest van de Noordzee wel de quota) zijn de kosten 0 euro. Met de huidige recordhoge scholstand, goede tongbestanden en het feit dat de visserij-intensiteit de laatste jaren al sterk is teruggelopen, is dat laatste scenario het meest waarschijnlijk.

Veel politieke partijen volgen de visserijlobby, daarbij negerend dat Nederland in internationale verdragen ook verplichtingen is aangegaan om de biodiversiteit, de zeebodems en voedselwebben in zee te beschermen en zich niet realiserend dat in de huidige Noordzee in 75 procent van het totale oppervlak de toegestane visquota ook uitstekend te vangen zijn.

Volgens de MKBA zijn er maar twee tot vijf schepen die in bepaalde seizoenen voor meer dan 40 procent afhankelijk zijn van het Friese Front en de Centrale Oestergronden, de rest van onze vloot vist grotendeels elders. En voor die twee tot vijf kotters moeten toch wel innovatieve oplossingen te vinden zijn?

Ik ben niet tegen visserij, eet wekelijks vis en pleit er al jaren voor om 75 procent van de Noordzee te reserveren voor duurzame visserij. Maar ik ben ook voor ecosysteembescherming en gun de natuur en allen die daar nog heel lang van willen genieten gebieden met prachtige, begroeide schelpenbanken en veel grote vissen.

Ik hoop dat mijn kindskinderen nog leeuwen en olifanten op de savannes in Afrika kunnen zien of de tropische regenwouden in Brazilië. Maar wie zijn wij om dat de Afrikanen of Zuid-Amerikanen te vragen als we niet eens een stuk van ons eigen Noordzee-ecosysteem adequaat kunnen beschermen?


Han Lindeboom is hoogleraar mariene ecologie aan de universiteit van Wageningen.