Persbericht – Drankverpakkingen blijven de oevers van de Nederlandse rivieren teisteren. Uit onderzoek van Schone Rivieren op bijna 300 locaties werden bij vier op de vijf metingen plastic flesjes gevonden en bij twee derde van de metingen blikjes. Waar de drankverpakkingen werden aangetroffen, waren dit per 100 meter gemiddeld 11 flesjes en 7 blikjes. Omgerekend betekent dit dat langs de Maas ruim 46.000 flesjes en blikjes liggen. En dat geldt voor één maand in de herfst. Over het hele jaar zijn dit er nog veel meer. ‘Verontrustend,’ meent Marijke Boonstra van het samenwerkingsverband Schone Rivieren. ‘Het is daarom goed dat statiegeld op plastic flesjes wordt ingevoerd. We roepen het demissionaire kabinet op om statiegeld op blik nu ook zo snel mogelijk in te voeren. Die urgentie is met onze laatste metingen opnieuw aangetoond.’
Afgelopen oktober en november gingen weer zo’n 600 vrijwillige afvalonderzoekers van Schone Rivieren op pad om het afvalprobleem op de Nederlandse rivieroevers in kaart te brengen. In totaal vonden zij ruim 47.000 stuks afval, voornamelijk plastic. Zowel plastic flesjes (plaats 8) als blikjes (plaats 10) staan beide in de top 15 van meest gevonden afvalitems. Boonstra: ‘Het maatschappelijk draagvlak voor de invoering van statiegeld op blik is groot. Vrijwel alle Nederlandse gemeenten en honderden organisaties en bedrijven zijn voor de directe invoering van statiegeld. Het kan direct bijdragen aan de aanpak van rivierafval en de bescherming van onze rivierdelta.’
Bovenaan in de top 15 van meest gevonden afval op de oevers staan kleine ondefinieerbare stukjes zacht en hard plastic. Ooit zijn dit bijvoorbeeld gedeelten van drank- en voedselverpakkingen geweest, maar inmiddels is dit niet meer te achterhalen. Ook worden veel stukjes piepschuim (plaats 3) gevonden. Plastic snoepverpakkingen staan op een vierde plek. Verder worden zaken als sigarettenfilters, vochtige doekjes en wattenstaafjes veel gevonden. Specifiek aan corona gerelateerd afval, zoals mondkapjes, staat niet in de lijst van veel aangetroffen afval. Het onderzoek van Schone Rivieren werd uitgevoerd voor de invoering van de mondkapjesplicht op 1 december 2020.
Plastic draden (vispluis)
Opvallend in de top 15 is de flinke opmars van de hoeveelheid gevonden plastic draden, ook wel vispluis genoemd. Dit zijn oranje of blauwe plastic draadjes die in trossen onder visnetten van de bodemvisserij geplaatst worden om de netten te beschermen tegen slijtage. Door schuring over de zeebodem breken de dunne plastic draden makkelijk af. De hoge notering is te verklaren door de uitbreiding van het onderzoeksgebied met de Oosterschelde, de Westerschelde en het Haringvliet. Langs deze rivieren werd veel vispluis gevonden. Langs de Oosterschelde en de Westerschelde stonden de plastic draden met stip op nummer één. Langs de Oosterschelde werden gemiddeld 43 stuks per 100 meter rivieroever gevonden en langs de Westerschelde gemiddeld 49 stuks per 100 meter.
Plastic korrels
Bij één op de vijf onderzoekslocaties werden kleine plastic korrels (nurdles) gevonden. Deze korrels vormen de grondstof voor bijna alle plastic producten. 21 plekken konden worden aangemerkt als nurdles-hotspot. Langs onder andere de IJssel, Lek, Waal en Oosterschelde werden meer dan 400 plastic korrels per vierkante meter aangetroffen. Nurdles zijn schadelijk voor het milieu. Dieren kunnen de onverteerbare korrels aanzien voor voedsel, waardoor ze geen honger meer voelen en kunnen sterven.
Uniek onderzoek
Het onderzoek van Schone Rivieren, een initiatief van IVN Natuureducatie, Stichting De Noordzee en Plastic Soup Foundation, is het meest grootschalige afvalonderzoek in de Nederlandse rivierdelta. Met behulp van burgerwetenschap worden twee keer per jaar gegevens verzameld. Het wordt uitgevoerd op basis van de OSPAR-methode. Dit is een internationaal erkende methode voor het onderzoeken van afval op stranden. Deze methode is aangepast zodat deze ook toepasbaar is voor rivieren. Het onderzoeksgebied, dat al bestond uit de Maas, de Waal, de IJssel, de Nieuwe Waterweg, de Dordtse Kil, de Oude Maas, het Hollands Diep en het Haringvliet is het afgelopen jaar verder uitgebreid met de Nederrijn, de Lek, Grevelingen, Oosterschelde en Westerschelde.
Een onderzoeksgebied bestaat uit 100 meter rivieroever. Vanaf de waterlijn tot aan de aaneengesloten begroeiing wordt afval verzameld en genoteerd. Stichting De Noordzee voert controlemetingen uit om de kwaliteit te waarborgen. Ook dragen de analyses bij aan de kennis over de verplaatsing van afval in de Nederlandse riviersystemen.