Tot recent was Nederland het enige land rond de Noordzee dat geen enkele beperking kende tegen het lozen van scrubberwater door zeeschepen, alhoewel wetenschappelijke onderzoeksresultaten duidelijk aantonen dat scrubberwater al in kleine hoeveelheden schadelijk is voor het leven in zee. Gelukkig besloot het Havenbedrijf Amsterdam als eerste Nederlandse haven verantwoordelijkheid te nemen door zelf per 1 januari 2025 een lozingsverbod voor scrubberwater in te stellen voor aangemeerde zeeschepen. Dit was qua milieuwinst een kleine stap, maar wel een belangrijk signaal: de eerste beperking in Nederland.
Nederland zet stappen
Op 31 maart 2025 werd de volgende stap gezet. De minister van Infrastructuur en Waterstaat liet in een Kamerbrief weten dat Nederland een nationaal verbod zal voorbereiden voor lozingen van scrubberwater door open-loop scrubbers in Nederlandse havens en binnenwateren. Hoewel nog niet bekend is vanaf welke datum dit besluit van kracht zal worden, toont dit besluit aan dat ook de Nederlandse overheid de schadelijke gevolgen van scrubberwater inziet en net als onze buurlanden nu bereid is hiertegen maatregelen te nemen.
Een lozingsverbod op de Noordzee is noodzakelijk
Maar ondanks de goede voornemens voor havens en binnenwateren, wordt veruit het meeste scrubberwater geloosd op de zeeën en oceanen. De Noordzee is een van de drukst bevaren zeeën ter wereld en naar schatting wordt er jaarlijks bijna een half miljard ton scrubberwater in de Noordzee en het Kanaal geloosd, wat sterk bijdraagt aan de verzuring en vervuiling van de Noordzee. Een groot deel daarvan wordt geloosd in de kustzones. Om het mariene milieu te beschermen, is het daarom noodzakelijk om toe te werken naar een totaalverbod op het lozen van scrubberwater in de gehele Noordzee. Dit begint met een verbod in de territoriale wateren (12 nautische mijl), het gebied waarover een land zelf zeggenschap heeft. Denemarken en Zweden laten al zien dat dit kan en starten op 1 juli met een verbod in hun territoriale wateren.
Internationale afstemming binnen OSPAR
Omdat de scheepvaartsector een internationale en concurrentiegevoelige sector is, geeft de sector de voorkeur aan geharmoniseerde regels die voor alle partijen gelden, om zo het gelijke speelveld te behouden. Het instellen van wereldwijde regels gebeurt via de Internationale Maritieme Organisatie (IMO), maar vooruitgang verloopt hier helaas zeer traag. Gelukkig ligt er nu een uitgelezen kans binnen OSPAR, het samenwerkingsverband van Noordoost-Atlantische kuststaten. Binnen dit verband wordt al langer gesproken over de optie om lozingen van scrubberwater in alle territoriale wateren van de kuststaten te verbieden. Om onze steun uit te spreken voor dit voorstel, hebben milieuorganisaties inclusief Stichting De Noordzee eerder dit jaar een brief gestuurd aan OSPAR. Hierin spraken we gezamenlijk onze steun uit voor een dergelijke beslissing, die op 26 juni 2025 tijdens de OSPAR Ministerial meeting in Vigo (Spanje) genomen kan worden. Dit werd vandaag nogmaals bekrachtigd in een brief aan de voorzitter en ministers van Milieu van de OSPAR lidstaten.
Stichting De Noordzee roept de Nederlandse overheid en de ministers van de overige OSPAR landen op om deze uitgelezen kans te grijpen om geharmoniseerde regels in te stellen tegen scrubberwaterlozingen in de OSPAR regio. Het verbieden van lozingen van scrubberwater door zeeschepen in alle territoriale wateren leidt tot duidelijkheid en een gelijk speelveld en verbetert direct de waterkwaliteit in de kustzones. Ook zou dit een duidelijk signaal zijn aan IMO, want een goed voorbeeld doet volgen. Zoals recent tijdens de United Nations Oceans Conference (UNOC) in Nice duidelijk werd, zijn onze zeeën in gevaar, en dit is het uitgelezen moment om een daadkrachtige stap te zetten om het mariene milieu te beschermen.