Planning windparken schaadt mogelijk vogels - Stichting De Noordzee

Afgelopen week heb ik de WE@SEA conferentie over windenergie op de Noordzee bijgewoond. Er waren presentaties van bedrijven, universiteiten en onderzoeksinstituten. Innovatieve ideeen werden voorgesteld aan het publiek en onderzoekers uit Denemarken kwamen vertellen over de methoden die aldaar gebruikt worden voor onderzoek naar de effecten van windparken op het zeeleven. Ook ontwikkelaars van windparken en Nederlandse onderzoekers kwamen aan het woord.
Cumulatief
Prof. dr. Han Lindeboom van de Universiteit van Wageningen stelde in zijn presentatie dat er bij de planning en aanleg van windparken nog te weinig rekening gehouden wordt met de natuur. Als voorbeeld gebruikte hij het aanleggen van windparken op de Belgisch-Nederlandse grens waardoor een groot deel van de Noordzee geblokkeerd wordt. Dit heeft mogelijk effecten op trekvogels die hier vliegen op weg naar overwinterplaatsen. Volgens Lindeboom is het belangrijk dat nader onderzoek gedaan wordt of problemen voorkomen kunnen worden door andere afstanden tussen molens of het creëren van molenvrije vlieg- of zwemcorridors.
Heien, voeten of drijven?
Een bedrijf dat windmolens ontwikkeld voor in de Middellandse zee hield een presentatie over drijvende windmolens. Deze windturbines zijn speciaal ontwikkeld voor diepzeelocaties. Het grootste voordeel van een drijvende turbine, is dat er geen heipaal de grond in geslagen hoeft te worden. Hierdoor is er veel minder verstoring voor bruinvissen en zeehonden te verwachten. Ook andere bouwmethoden lijken door het ontbreken van geluidsoverlast beter te zijn voor zoogdieren. In België worden windmolens bijvoorbeeld geplaatst op grote betonnen voeten die op land gebouwd en daarna in het windpark afgezonken worden.
Hopelijk worden windturbines in de toekomst vaker aangelegd met zulke vernieuwende methoden, waardoor diersoorten in de Noordzee minder last hebben van deze duurzame vorm van energieproductie.