Tweede Kamer debatteert over Containerramp MSC Zoe - Stichting De Noordzee

De enorme ravage die de containerramp met de MSC Zoe van afgelopen januari heeft aangericht, duurt voort en zal nog een tijd voort blijven duren. Stichting De Noordzee blijft erbij betrokken. Dinsdag 14 mei heeft de Tweede Kamer gedebatteerd over de ramp met de verloren containers. Onze belangrijkste zorgpunten kwamen in het debat ter sprake.

Betere coördinatie
Verschillende Kamerleden benadrukten de noodzaak van een betere coördinatie van de incidentenbestrijding. Dit zou leiden tot een verkleining van de effecten van scheepvaartincidenten, bijvoorbeeld door een groene GRIP (Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijdings Procedure). Hiervoor is het van belang optimaal gebruik te maken van de kennis en inzet van vrijwilligers en gebiedsdeskundigen, ze toe te voegen aan de rampenbestrijdingsplannen en met ze te oefenen. Een motie van het CDA hierover, gesteund door CU en D66, is door de minister overgenomen.

Weren te grote schepen
Tevens is gedebatteerd over het weren van te grote en gevaarlijke schepen uit de zogenaamde Texel-Elbe-route. Omdat de Waddenzee internationaal is aangewezen als een Particularly Sensitive Sea Area (PSSA) kunnen extra beschermende maatregelen worden gesteld aan de scheepvaart. SDN pleit derhalve voor het stellen van eisen aan schepen om de scheepvaartroute boven de eilanden te mogen bevaren.

Naast eisen ten aanzien van scheepvaartroutes moet het risico op containerverlies verkleind worden door maatregelen op schepen zelf. SDN benadrukt het belang van meer toezicht en handhaving op containerschepen. We vragen ook het verplicht melden van verlies van containers en de inhoud hiervan en het vergroten van de traceerbaarheid van verloren containers.

Elf moties
De Tweede Kamer kwam in totaal met elf moties, onder meer over de inzet van vrijwilligers bij opruimen, de openbaarmaking van vrachtbrieven, het instellen van een schadefonds, het chippen van containers, de vaarroute en het uitfaseren van piepschuim en kleine plastics in het zeetransport. Helaas ontraadde de Minister het merendeel en schoof enkele door naar haar collega Van Veldhoven. Volgende week wordt over deze moties gestemd.

Onderzoek en lessen om al te leren
SDN is van mening dat de lopende onderzoeken essentieel zijn om precies te weten wat er gebeurd is en welke maatregelen we moeten nemen om een dergelijke ramp te voorkomen. We maken ons grote zorgen over het afval dat door deze ramp nog steeds in zee drijft en op de stranden en de zeebodem ligt. Op dit moment is nog één schip actief in het gebied, terwijl mogelijk nog miljoenen kilo afval opgeruimd moet worden. Daarbij missen we duidelijkheid over hoeveel kilo nu precies in zee is beland en hoeveel inmiddels is opgeruimd. We rekenen op aandacht van de Tweede Kamer voor de onderzoeksresultaten zodat we deze kunnen omzetten in maatregelen waarmee we de Noordzee en het Waddengebied beter kunnen beschermen. SDN wacht de onderzoeksresultaten met spanning af en volgt de ontwikkelingen nauwgezet en blijft in de tussentijd lobbyen voor lessen die we nu al kunnen trekken.