Stichting De Noordzee is sinds 2015 betrokken bij het Haaien en roggen terug in de Noordzee-project van WNF, Blue Linked, Dutch Shark Society, en Sportvisserij Nederland. Er is de afgelopen tijd veel gebeurd. Zo zijn er bijvoorbeeld meer dan 300 stekelroggen uitgezet. Daarnaast is er een onderzoek gedaan naar het historische voorkomen van twee haaien- en roggensoorten: de vleet en de zee-engel.
Uitgezette rogjes overleven en zwemmen de delta uit
Inmiddels zijn er zo’n 350 stekelroggen uitgezet. De roggen zijn gemerkt met een plastic merkje. Wanneer we (bijvoorbeeld via een visser) een rog vinden met zo’n tag weten we dus welke rog dat is, en wanneer en waar deze was uitgezet. Over een jaar of twee verwachten we resultaten van dit onderzoek. Hopelijk zijn veel van deze roggen dan opnieuw aangetroffen en aan ons gerapporteerd. Maar er is ook nu al iets bekend. Zo zijn er vier terugmeldingen van gemerkte roggen. Één zwom helemaal naar de Waddenzee bij Den Helder en één stak zelfs het kanaal over naar Engeland (kaart 1).
Figuur 1. Terugmelding stekelroggen. Hier zie je de uitzetlocatie (groen driehoekje) en terugvanglocatie (rood driehoekje) van vier roggen. De rode lijn geeft het traject weer dat de rog ongeveer afgelegd
Daarnaast zijn er in 2018 ook 30 stekelroggen voorzien van akoestische zenders en losgelaten in de Westerschelde bij Fort Ellewoutsdijk. De zenders staan in verbinding met ontvangers die speciaal voor dit onderzoek zijn neergezet. De zenders leverden onverwacht goede gegevens op, en de eerste resultaten over de verspreiding van deze roggen zijn inmiddels bekend.
In totaal zijn 26 van de 30 dieren enkele weken tot maanden na hun uitzetting waargenomen door de ontvangers. Voor zulk onderzoek is dat een ongekend hoog aantal. Vier stekelroggen werden zelfs meer dan 1000 keer geregistreerd. Het merendeel van de dieren blijkt zich voornamelijk op te houden tussen Hansweert en Vlissingen in de Westerschelde. Opvallend genoeg onderneemt een klein deel echter lange migraties: variërend van gebieden voor de kust bij Zeebrugge en Oostende tot ver op zee bij de Belgische windparken meer dan 40 kilometer uit de kust (kaart 2).
Figuur 2. Registratie van roggen met akoestische tags. Elke kleur (en nummer) staat voor een rog, en elke stip in die kleur voor de locatie waar het dier in ieder geval geregistreerd is. De pijl-lijntjes geven dan ongeveer de route aan die de rog gezwommen heeft. De zwarte puntjes zijn de ontvangers voor het akoestische systeem.
Hoewel er nog weinig kan worden gezegd over de overlevingskans van de uitgezette dieren, laten de waarnemingen wel zien dat zij na hun uitzetting goed in staat zijn te overleven. 22 van de 26 roggen zijn namelijk meer dan een maand na uitzetting nog levend aangetroffen en 8 daarvan zijn zelfs laat in het najaar (november, december 2018) nog gedetecteerd (de andere dieren zijn dan niet meer dicht genoeg langs ontvangers gezwommen om ze waar te nemen). Overschakelen op natuurlijk voedsel in het wild lijkt voor de roggen geen probleem te zijn. In 2019 hopen we meer inzicht te krijgen in hoe de dieren zich in de verschillende seizoenen verplaatsen tussen diverse gebieden bij de kust en verder op zee.
Onderzoek naar historisch voorkomen zeereuzen
Het NIOZ voerde een historisch onderzoek uit naar het vroegere voorkomen van de vleet en de zee-engel, twee prachtige roggen- en haaiensoorten die vroeger regelmatig in de Noordzee voorkwamen. De onderzoekers doken de geschiedenis in en gebruikten allerlei typen informatie: fossielen, archeologische opgravingen, oude kranten en foto’s en recentere onderzoeken. Het blijkt dat beide dieren hier rond 1900 nog regelmatig voorkwamen, maar daarna drastisch afnamen, gedeeltelijk door de geïntensiveerde visserij. Soms wordt ‘vergeten’ dat deze dieren hier voorkwamen en wordt gesteld dat het al heel goed gaat met de Noordzee. Op veel aspecten gaat het ook beter dan decennia geleden, maar dit onderzoek laat zien dat de Noordzee daarvóór een stuk rijker was en dat zij geschikt kan zijn voor deze soorten. We willen deze charismatische soorten graag terugzien, want ze dragen bij aan een rijk en gezond ecosysteem. Daarom wordt nu gekeken of deze soorten geschikt zouden kunnen zijn voor herintroductie.