Eerder dit jaar kregen de visserijsector en -keten, natuur- en maatschappelijke organisaties en Europese lidstaten al de kans om te reageren via een openbare online raadpleging. Vandaag vindt vanuit Brussel een hybride stakeholderevenement plaats, waar ruimte is voor debat. Stichting De Noordzee pleit ervoor dat de uitvoering van het GVB in Europa moet verbeteren, zodat de zee daadwerkelijk beschermd kan worden tegen schadelijke effecten van visserij.
Goed beheer werkt
Sinds het GVB is hervormd in 2013 zijn er stappen richting verduurzaming gezet. Het aantal overbeviste bestanden is gedaald van 48% in 2013 naar 28% in 2020. Tien jaar eerder in 2003 was dit zelfs nog 70%. Voorbeelden van goed beheer laten zien dat het werkt. Zo is bijvoorbeeld het Noordzeescholbestand na jaren van gepast beheer naar een gezonde omvang gestegen en zien we langzame tekenen van herstel bij bedreigde visbestanden zoals de zeebaars.
Uitvoering, controle en handhaving zijn cruciaal
Het GVB bevat verschillende instrumenten om de visserij te verduurzamen. Er is bijvoorbeeld een wettelijke verplichting om overbevissing volledig te beëindigen. Ook de aanlandplicht is onderdeel van dit beleid. Daarnaast zijn er herstelgebieden aangewezen voor bepaalde visbestanden en instandhoudingsmaatregelen om te voldoen aan verplichtingen uit de EU-natuurwetgeving.
Maar de uitvoering en effectieve controle en handhaving van al deze waardevolle instrumenten blijven achter. En maatregelen op papier zijn niet genoeg. Inspecties vanuit Europa laten bijvoorbeeld zien dat de aanlandplicht amper tot niet wordt nageleefd en dat verplichte vangstmonitoring van beschermde soorten in natuurgebieden ontbreekt. Een sterke (politieke) bereidheid en samenwerking met stakeholders is nodig voor volledige uitvoering van het GVB.
Regionalisatie houdt voortgang tegen
Een van de speerpunten van het hervormde GVB was de invoering van een meer geregionaliseerd besluitvormingsproces. Hierdoor zou het beheer van de Noordzee beter aangepast zijn aan de bijzonderheden van het gebied en de visserij die hier plaatsvindt. De ervaring van de afgelopen jaren laat echter zien dat dit proces voor grote vertragingen in de besluitvorming kan zorgen, bijvoorbeeld bij het instellen van visserijmaatregelen in beschermde gebieden. Hiermee vormde deze regionale aanpak in plaats van een kans juist een risico voor het behalen van een duurzame visserij.
Afstemming met natuurbeleid voor echte bescherming
De afstemming tussen visserijbeheer en natuurbeleid moet worden verbeterd om de Noordzeenatuur te beschermen en plaats te maken voor herstel. Het beter toepassen van een ecosysteembenadering van visserijbeheer is hierbij een eerste stap. Daarnaast is een betere afstemming van het visserijbeleid met de Vogel- en Habitatrichtlijn en Kaderrichtlijn Mariene Strategie nodig en een betere uitvoering van de Technische Maatregelenverordening om de impacts op biodiversiteit aan te pakken.
Deze zomer zal vanuit Europa het Visserij Actieplan worden gepubliceerd dat deze afstemming zal adresseren. Voor Nederland ligt hier dan de uitdaging om de juiste maatregelen te nemen om daadwerkelijk de schadelijke effecten te minimaliseren van bodemberoering, ongewenste bijvangst en overbevissing en hiermee de natuur de kans te geven om te herstellen en gezond te worden.