Deze week heeft de minister haar visie op de vernieuwing van het Gemeenschappelijk Visserij Beleid (GVB) gepresenteerd. Eens per tien jaar is er de kans om het visserijbeleid in Brussel te herzien. Gezien de dramatische situatie van een groot aantal Europese visbestanden en de slechte sociaal-economische positie van vele visserijen in Europa, is dit hoognodig. In 2013 moet het nieuwe visserijbeleid er liggen.
Visie minister
De minister beschrijft een visserij in 2020 waarbij kwetsbare en waardevolle ecosystemen in zee beschermd worden. De visbestanden zijn gezond en hebben een evenwichtige leeftijdsopbouw. De visserij maakt gebruik van de meest duurzame technieken. De markt en de consument spelen een grote rol bij het realiseren van de doelstellingen. Het visserijbeleid en de besluitvorming moeten op andere leest geschoeid worden. Er ligt een belangrijke rol bij de regionale adviesraden: de direct betrokkenen. Op deze manier ontstaat er bij de sector meer draagvlak en een grotere verantwoordelijkheid voor naleving van het beleid.
Weinig nieuws
Stichting De Noordzee onderschrijft deze visie volledig. Maar helaas bevat de visie weinig concrete ideeën over hoe dit alles te bereiken. Fundamentele verandering van de regelgeving is noodzakelijk, zodat het GVB eindelijk écht effectief beleid wordt. Zo klinkt duurzaam gebruik ecologisch kapitaal heel goed, maar zolang de visserijsector andere ideeën heeft over de definitie van duurzaamheid, is het de vraag of dat wel zo makkelijk kan. Dat geeft de minister ook toe in haar visie.
Regionale Adviesraad
Een ander punt waar Stichting De Noordzee zich zorgen over maakt, is de vraag of de Regionale Adviesraden (RAC) nu al een grotere verantwoordelijkheid aankunnen. In deze adviesraden zitten zowel visserij- als maatschappelijke organisaties, waaronder SDN. Er zijn in Europa momenteel zeven RACs, onder meer voor de Noordzee, Oostzee en Middellandse Zee. Zij adviseren de Europese Commissie en de ministerraad over het visserijbeleid. De maatschappelijke organisaties zijn ondervertegenwoordigd in de RACs, waardoor de visserijbelangen tot nu toe de boventoon hebben gevoerd.
Wat wil Stichting De Noordzee?
Bij een nieuw Gemeenschappelijk Visserijbeleid zal het ecosysteem het startpunt moeten zijn. Daarbij moet het Visserijbeleid geïntegreerd zijn in de Kaderrichtlijn Mariene Strategie. De beschrijving van de Goede Milieutoestand is ook het uitgangspunt voor het visserijbeleid. De minister heeft hier geen duidelijke keuze voor gemaakt.
Vangstmogelijkheden worden vastgesteld op een niveau dat in lijn is met de wetenschappelijke adviezen. Van politieke keuzes mag geen sprake zijn.
Besluitvorming over doelstellingen hoort bij de raad en parlement, implementatie bij regios.
De visserijsector moet in elk geval afgerekend kunnen worden op hun verantwoordelijkheid. Bij goed gedrag worden ze dan beloond, bijvoorbeeld in de vorm van ruimere vangstrechten.
Ministers nu verantwoordelijk
De verantwoordelijkheid voor de uitvoering wil de minister bij de betrokkenen gaan leggen. Maar de visserijsector en ook de maatschappelijke organisaties hebben behoefte aan duidelijkheid. Anders zal het samenwerken op regionaal niveau niet lukken. De verantwoordelijkheid voor het scheppen van een duidelijk en werkbaar GVB, waarbij de ecosysteembenadering het uitgangspunt is, ligt nu eerst bij de minister en haar Europese collegas.
Visie Verburg op nieuw visserijbeleid blijft vaag
leestijd: < 1 minuut