Flesjes, dopjes, touwen, voedselverpakkingen: onze rivieren dragen allerlei soorten afval met zich mee. Veel van dit afval komt uiteindelijk in de Noordzee terecht. De dataset die de burgerwetenschappers aanlegden is de grootste tot nu toe in Nederland. Met deze enorme stroom aan informatie krijgen onderzoekers meer inzicht in de herkomst en spreiding van plastic afval in rivieren. Op basis van de verzamelde gegevens kunnen beleidsmakers een strategie ontwikkelen voor het monitoren van rivierafval, waar handhaving en regelgeving op kunnen worden afgestemd.
Basis voor beleidsmakers
Omdat het onderzoek van Schone Rivieren al sinds 2017 loopt en er een grote spreiding van onderzoeksgebieden is in de Nederlandse delta is Schone Rivieren een van de koplopers op het gebied van rivierafvalonderzoek. Het wetenschappelijke artikel van de WUR en Stichting De Noordzee geeft de methodiek van Schone Rivieren internationale erkenning. Het vergemakkelijkt het vergelijken van data van verschillende locaties wanneer aangrenzende landen dezelfde methodiek ook gaan gebruiken. Naast het kwantificeren en identificeren van de vervuiling op de rivieroevers kunnen de resultaten ook een aanzet geven voor beleidsmakers om oplossingen voor riviervervuiling te ontwikkelen.
“Er is de laatste jaren vooral gekeken naar plastic in zee, maar de vervuiling begint vaak ergens anders. Het is cruciaal dat we meer te weten komen over afval in rivieren, en daar hebben we heel veel data voor nodig.”
Héél veel data
Schone Rivieren is een initiatief van IVN Natuureducatie, de Plastic Soup Foundation en Stichting De Noordzee. Voor de gebruikte dataset onderzochten vrijwilligers van het Schone Rivieren-project twee keer per jaar afval op meer dan 200 plekken langs de oevers van de Maas en de Waal. Daarna classificeerden ze de voorwerpen in een van de 110 categorieën volgens het ontwikkelde River-OSPAR-protocol, zoals ‘voedselverpakking’ en ‘wattenstaafje’. In totaal verzamelden de vrijwilligers daarbij tussen 2017 en 2019 maar liefst 152.415 stuks afval. Zo werkten ze mee aan het aanleggen van de grootste Nederlandse dataset ooit op het gebied van plastic rivierafval. Dankzij de hulp van burgeronderzoekers is het mogelijk op landelijk niveau een grote hoeveelheid data te verzamelen. Door de grote hoeveelheid meetlocaties brengt het onderzoek van Schone Rivieren ook de probleemgebieden met veel vervuiling in kaart. Deze kennis kan gebruikt worden voor preventie- en opruimstrategieën.
Meer en betere metingen
Uiteindelijk moeten dit soort grote onderzoeken leiden tot meer en betere metingen, overal ter wereld. Als het aan onderzoeker Tim van Emmerik ligt komen er grens- en streefwaardes, net als bij andere typen vervuiling, waarmee kan worden bepaald hoe zwaar een rivier vervuild is met plastic. Pas dan kan het wereldwijde probleem van plastic rivierafval effectief worden aangepakt. Van Emmerik: “Omdat er nu geen data zijn over riviervervuiling, wijst iedereen naar elkaar. Die cyclus kunnen we alleen doorbreken door te beginnen met zo goed mogelijk te meten.”
"Het grootste deel van het afval bestaat uit kleine stukjes plastic, wat erop wijst dat het afval al langer in het milieu zwerft en langzaam afbreekt tot kleinere delen."
Veel afval in De Biesbosch en de grensgebieden
De geografische spreiding van het afval is opvallend. Bij steden en de grensgebieden rond België en Duitsland werd relatief veel afval verzameld, maar de grootste pieken liggen benedenstrooms: vooral de Biesbosch blijkt een plek waar veel plastic terechtkomt.
De gevolgen van plastic afval in het milieu
Plastic afval in rivieren leidt overal ter wereld tot problemen voor mensen en milieu. Met name macroplastics (alles groter dan 0.5 centimeter) veroorzaken veel schade. De voorwerpen dragen bij aan de plasticsoep en dieren kunnen plastic aanzien voor voedsel of raken erin verstrikt. Daarnaast leiden ze tot economische schade, bijvoorbeeld door het verstoppen van rioolsystemen.