Na een paar dagen zonneschijn en strak blauwe lucht, laat de Noordzee zich langzaam van een andere kant zien, 50 tinten grijs. ’s Morgens komen steeds meer expeditieleden op het dek. Witte koppen op de golven, windkracht 6 – 7, onweer en iets hogere golven dan we gewend waren, een tegenvaller! Twijfelachtig of we overboord zullen springen binnen een uurtje. Eerst maar een ontbijtje naar binnen werken. Iedere dag heeft de crew voor ons een heerlijk ontbijt klaar gemaakt, met vers fruit, yoghurt, vers gebakken brood, allerlei zoetigheid wat ik thuis niet heb. Na het ontbijt de briefing van Ben. We horen dat we gewoon gaan duiken. De eerste duik wordt op een onbekend wrak. Met een lengte van ca 80m in ons hoofd springen we overboord. Wat zou het zijn?
Eenmaal beneden zien we al gauw de stoommotor, waarschijnlijk een triple expansion en de ketel met een diameter van ca 4m. Met buddy Erik zwemmen we samen een rondje, via stuurboord over de voorzijde. Helaas ontbreekt de boeg. Door naar bakboord langs de ketel en de hoofdmotor. Dit keer konden we een kijkje onder de motor nemen. Vierkante aansluitingen voor de handles, leidingwerk en heel veel koppelingen. Geen idee waar die allemaal voor zijn. Op het wrak zien we al snel 3 grote winches liggen met mastfundaties. Een driemaster! Ik ga op zoek naar de katrollen, delen van de mast, touwgerei of andere zeilelementen. Helaas niet kunnen vinden. Door naar de achterzijde waar een mooie schroef met een diameter van 3.5m met het roerblad boven het zand uitsteekt. Met deze informatie gaan we weer naar boven. Voldoende huiswerk!
Tussen de duiken door is de vulploeg druk in de weer met slangen, metertjes en lege stage bottles. Over het vullen van de flessen hoeven we geen zorgen te maken. In de fles komt het gas wat ieder graag zou willen. Tegenwoordig is het niet meer zo’n gesjouw met flessen naar de voorzijde van de Cdt. Fourcault. We hebben een mengpaneel op het dek gekregen. Dat scheelt een stuk. Nu wordt vullen zelfs leuk om te helpen. Met dank aan Arjen die dit heeft geregeld. Soms zijn de mannen tot laat in de nacht bezig met vullen. Een korte nacht voor de ochtend duik. Ik hoor niemand klagen. Niemand met een ochtendhumeur of opstart problemen. De sfeer is heel goed. Met 30 man aan boord kan het ook anders zijn.
Na 5 uur springen we wederom overboord. Dit keer een 45m lang onbekend wrakje. Het zicht is nog steeds heel erg goed. Het anker ligt net achter de voorpiek. Bolders, coaming (opstaande hoge framerand) van het dekluik, de kluisgaten nog in positie. Over de verschansing naar de voormalige rechte boeg, net boven het zand zit een deuk. Het verval van het wrak, lang zal het niet meer duren of het zakt verder in. De klinknagels en huidplaten vallen over elkaar. Helaas geen anker zichtbaar. Langs de andere zijde van de boeg weer over het voordek. Daar ligt een rank smal anker. Grote stukken van het wrak zijn verdwenen. Af en toe staat er nog een klein stukje huid met een dikke stalen rand aan de buitenzijde, de stootrand. Via de hoofdmotor en ketel door naar de achterzijde van het schip. Een grote winch trekt mijn aandacht. Een dikke streng van touw nog strak over de draadbuis. En een net, los eroverheen, het is geen vissersschip geweest. Verder door naar achteren, patrijspoorten liggen op de bodem. De achterzijde is deels ingestort. Het roer, met afgebroken roerblad ligt verstopt onder staalconstructies. De bronzen bus komt na een paar keer poetsen tevoorschijn. Ik kan geen tekst of nummer ontdekken. De toer rond het wrak gaat verder, we vinden de telegraaf. Ik probeer hem enigszins schoon te maken van de netten, waaronder deze verborgen ligt. Er staan letters op, nog niet echt leesbaar. Maar ik doe mijn best om een foto ervan te maken. Mijn buddy wijst me op onze duiktijd. Ik gebaar nog 2 minuten. Nog snel een klein stukje schoonmaken…. Met een kloppend hart, ga ik naar boven. Zou ik de tekst nog leesbaar kunnen maken? Vragen vliegen door mijn hoofd, waar komt het vandaan, Engelse teksten, waardoor ligt het op de bodem, heb ik iets over het hoofd gezien?
Met een glimlach van oor tot oor stap ik uit de lift. En nu? Huiswerk……..
Aan het eind van de expeditie maken we met de andere onderwaterarcheologen een rapport. Aan het dek bespreken we wat we gezien hebben. Op mijn werk, als scheepsbouwer, zit ik alle dagen met mijn kop in de constructies van een schip. Dekken, schotten, waterdichte schotten, opbouw, kiel, luiken, stern, boeg, anker, ankerkluis, winches, bolders, onderwater gaat een wrak of schip (zoals ik het zie) pas echt weer leven. Je wordt bewust van het leven op een oude driemaster, stoomschuit of vistrawler.
Betty van den Berg
Beeld: Cor Kuyvenhoven