Maar om dit voorstel succesvol te maken, moeten er wel specifiekere doelen worden gesteld. We roepen alle Europese lidstaten en Europarlementariërs op om hiervoor te pleiten. Er moet nu vraag gecreëerd worden naar echt duurzame brandstoffen, anders wordt het onmogelijk om de gestelde klimaatdoelen te halen.
Vorige zomer presenteerde de Europese Commissie (EC) een pakket aan maatregelen dat ervoor moet zorgen dat de CO2-uitstoot van alle lidstaten in 2030 met 55% is gedaald. Ook voor de scheepvaart, een sector die net als de luchtvaart verantwoordelijk is voor zo’n 3% van de wereldwijde CO2-emissies, heeft dit consequenties. Schepen moeten betalen voor de hoeveelheid broeikasgassen die ze uitstoten. Daarnaast wil de EC dat de scheepvaart alternatieve brandstoffen gaat gebruiken. Maar om ervoor te zorgen dat de markt daadwerkelijk kiest voor duurzame brandstoffen en niet voor fossiele alternatieven die evengoed slecht zijn voor het klimaat, is het noodzakelijk om enkele specifieke subdoelen aan het FuelEU Maritime-voorstel toe te voegen.
Doel: minder broeikasgassen in brandstoffen
De EC beschrijft in het FuelEU Maritime-voorstel dat er steeds minder broeikasgassen in brandstoffen mogen zitten. Maar de EC beschrijft niet hoe hier precies aan moet worden voldaan, en stuurt dus ook niet op het gebruik van bepaalde alternatieve brandstoffen. Verschillende soorten brandstoffen lijken daardoor een reële optie. Deze keuze is op zich begrijpelijk, want momenteel varen vrijwel alle schepen nog op fossiele brandstoffen en niemand kan met zekerheid stellen wat dé duurzame brandstof van de toekomst zal zijn. Waarschijnlijk zullen er sowieso verschillende duurzame brandstoffen naast elkaar bestaan.
De ene fossiele brandstof inruilen voor de andere
Door niet te specificeren hoe de regelgeving vorm moet krijgen, is de kans groot dat het uiteindelijke doel van de regelgeving, het verlagen van de broeikasgasemissies van de scheepvaart, te laat wordt gehaald. Het gevaar is dat rederijen zonder specifieke doelstellingen overschakelen op vloeibaar aardgas (LNG) als brandstof. Daarmee kunnen ze de komende tijd nog aan de nieuwe regels voldoen. Maar zo ruilen ze in feite slechts de ene fossiele brandstof in voor de andere. Hoewel vloeibaar aardgas tot schonere lucht leidt, is het voor het klimaat simpelweg niet beter dan huidige fossiele brandstoffen als diesel en stookolie. Er moet daarom zo snel mogelijk afgestapt worden van het gebruik van elke fossiele brandstof, ook LNG.
Voorwaarden om over te schakelen op écht duurzame brandstoffen
De enige manier om de scheepvaartsector te verduurzamen is door de uitstoot van broeikasgassen onmiddellijk te verminderen. Dit kan gebeuren door zo snel mogelijk over te schakelen op echt duurzame brandstoffen zoals groene waterstof en groene ammoniak. Maar dit gaat niet vanzelf. Er zijn ten eerste prikkels nodig waardoor het voor reders aantrekkelijk is om voor deze brandstoffen te kiezen. Ten tweede is het noodzakelijk dat deze brandstoffen snel op de markt komen – er moet dus voldoende vraag en aanbod zijn. Dit betekent dat er schepen moeten zijn die op deze brandstoffen kunnen varen, en de brandstoffen moeten geleverd kunnen worden. Daar hoort bovendien geschikte infrastructuur bij in havens. Het toevoegen van enkele subdoelen aan het FuelEU Maritime-voorstel is dé manier om dat te bereiken.
Creëer nu vraag naar duurzame brandstoffen
Het doel van het FuelEU Maritime-voorstel is om vraag te creëren naar alternatieve brandstoffen en zodoende de broeikasgasemissies te verlagen. Er is geen winst voor het klimaat als rederijen door deze maatregelen slechts overstappen op andere fossiele brandstoffen. Uit onderzoek van Transport & Environment blijkt dat de noodzakelijke overstap naar duurzame brandstoffen bereikt kan worden met bepaalde subdoelen. Alleen zo draagt het FuelEU Maritime-voorstel ook daadwerkelijk bij aan de verduurzaming van de scheepvaartsector. Deze aanbevelingen zijn:
- Creëer een duidelijk subdoel voor duurzame brandstoffen zoals groene waterstof en groene ammoniak. In 2030 zou minstens 6% van de brandstoffen duurzaam moeten zijn om op het juiste pad naar 2050 te komen.
- 2050 moet het laatste jaar zijn waarin brandstoffen met broeikasgassen nog gebruikt mogen worden.
- Reders moeten investeren om aan de nieuwe standaarden te voldoen en dat kost geld. Het moet aantrekkelijk gemaakt worden om de eerste stappen richting duurzame brandstoffen te zetten. Dat kan bijvoorbeeld door bepaalde investeringen zwaarder mee te laten tellen in het behalen van die standaarden. Zo kunnen reders gestimuleerd worden om nu al investeringen voor het gebruik van duurzame brandstoffen op een schip te doen. Op die manier wordt het gebruik van duurzame brandstoffen t.o.v. fossiele alternatieven aantrekkelijker en de introductie op de markt dus versneld.
- Stel duidelijke doelen op voor de beschikbaarheid van duurzame brandstoffen in havens, zodat schepen deze brandstoffen ook daadwerkelijk kunnen gaan bunkeren (tanken).
Ambitie is vereist
Aanstaande donderdag wordt er in het Europees Parlement gestemd over dit FuelEU Maritime-voorstel. Dit voorstel kan een succes worden voor de ontwikkeling van duurzame brandstoffen in de maritieme sector, maar daarvoor is het noodzakelijk om de beschreven subdoelen op te nemen. Dit zal niet alleen positieve gevolgen voor het milieu hebben, maar ook kansen bieden voor de economie en werkgelegenheid. Op deze manier worden duurzame brandstoffen op de markt gebracht en kan worden voorkomen dat de scheepvaartsector massaal zal overschakelen naar andere fossiele brandstoffen zoals LNG, wat niet bijdraagt aan het behalen van de klimaatdoelen. Het is daarom noodzakelijk dat alle lidstaten en Europarlementariërs in Europa pleiten voor het opnemen van deze subdoelen in het FuelEU Maritime voorstel.